dinsdag 19 januari 2010

Obligatiefeest voorbij?

2009 was een topjaar voor bedrijfsobligaties. Wegens de grote onzekerheid steeg de risicopremie voor bedrijfsobligaties tot 5,5%. Deze premie is het surplus dat betaald wordt bovenop de rente van een niet-risicodragende investering. Daar bedrijven vers kapitaal nodig hadden om te overleven en deze moeilijker bij de in problemen geraakte banken konden vinden, gingen ze rechtstreeks naar de markt via obligaties.

Het waren niet van de minste bedrijven die om kapitaal verlegen zaten: ArcelorMittal, AB InBev en bv. Akzo Nobel. Rente’s van 7 à 9% waren geen uitzonderingen (AB Inbev 9,75%). Gaandeweg daalde echter de onzekerheid en hierdoor zakte ook de risicopremie weg tot 2%. De trend gaat verder richting 1%. Deze daling van de risicopremie bezorgde de kopers van deze obligaties een tweede voordeel. Door de dalende opbrengsten van nieuwe obligaties, stegen de 7% gevende obligaties in waarde. Bij verkoop ervan kan je een return halen van 15% mogelijks zelfs 20%.

Wie nu obligaties koopt heeft de goede trein gemist. De opbrengsten zijn nog iets beter dan staatsobligaties, maar de kans dat de rente op termijn (2 jaar) terug zal stijgen, is groter dan een verdere daling.

Zijn er dan nog interessante obligaties op de markt. Jazeker, indien u van een beetje risico houdt, kunt u misschien de Griekse staatsobligaties kopen. Die zijn op het ogenblik spotgoedkoop wegens hun grote begrotingsdeficit. De vrees voor een staatsfaillissement zit er goed in. De vraag is echter of het zover zal komen. De ECB heeft al laten weten dat Griekenland hun plan zal moeten trekken, maar je hebt nog altijd het IMF als ruggensteun. Het zou een unicum zijn dat een euroland failliet gaat, maar ik zou er mijn hand niet voor in het vuur willen steken.

zondag 10 januari 2010

Zilver of goud (deel 2)

In mijn eerste artikel zilver of goud? in juli laatstleden over de te maken keuze tussen beide metalen als investering, was één van mijn argumenten dat zilver zeer praktisch is als betaalmiddel voor gewone uitgaven. In menige reacties op andere forums werd nogal meewarig gedaan dat dit toch wel een brugje te ver was. Erger nog, als ik zoiets vertelde in de dagelijkse omgang tussen pot en pint werd ik aangekeken alsof ik de geschiedenis sedert de Middeleeuwen gemist had en nogal vaak in de buurt van windmolens vertoefd had.

Nochtans, Sedert 1 januari 2010 is er een nieuwe wet van kracht in de Amerikaanse staat Georgia dat naast de papieren dollars ook zilver en goud wettige betaalmiddelen worden om schulden te vereffenen. Ook de Staat zelf zal van beide metalen gebruik maken als betaalmiddelen.

Hier in België en Nederland zijn we zo ver niet. De koper van zilver wordt zelfs zwaar benadeeld door de BTW heffing (B: 21%, NL 19%), maar ook de handelaar in zilveren munten of baren is hier het slachtoffer van. Het is niet logisch dat over een betaalmiddel BTW moet betaald worden, net zomin als er over papieren geld zoals de euro, dollar of pond dit hoeft. Deze ongerijmdheid maakt beleggen in zilveren munten en baren minder interessant.

Een Nederlandse handelaar Jeroen Pluijmen gaf volgende uitleg bij een reactie op een artikel in het beursboxforum met betrekking tot BTW op zilver:

Koop je binnen Nederland bij een handelaar zilveren munten, dan zal deze handelaar in beginsel het hoog tarief moeten hanteren.
Echter … de populaire zilveren munten komen niet uit Nederland en zullen door de handelaar moeten worden ingevoerd. Het Nederlandse systeem hanteert het laag tarief bij invoer. De Nederlandse handelaar zal in beginsel deze BTW (laagtarief) af dragen in Nederland.

Maar, er is één uitzondering. Als betreffende handelaar van de Belastingdienst toestemming heeft om verruiming in de margeregeling toe te passen (zoals wij deze hebben), zal de handelaar bij inkoop de BTW af dragen in het land van herkomst (of in Nederland zonder deze bij de aangifte BTW als vooraftrek BTW in mindering te brengen). De handelaar kan de zilveren munten dan verkopen door de margeregeling toe te passen. Bij de margeregeling is er geen sprake meer van laag of hoog tarief, de handelaar draagt over de marge 19% BTW af (dus niet over de omzet).

Beste is dit te verduidelijken middels een voorbeeld. De handelaar koopt een zilveren munt in voor E 100,00 exclusief BTW (invoer).
Hij wil op deze munt E 10,00 netto verdienen.
Gemakshalve gaan we ervan uit dat het laagtarief 6% is en het hoogtarief 19%.
Laten we er even van uitgaan dat betreffende munt in land van herkomst een wettig betaalmiddel is.

Situatie 1:
Handelaar heeft geen toestemming van de Belastingdienst om de margeregeling toe te passen.
De verkoopprijs (incl 19% BTW) zal in deze situatie dan E. 130,90 bedragen.
(exclusief is dit E. 110,00)

Situatie 2:
Handelaar heeft wel toestemming van de Belastingdienst om de margeregeling toe te passen.
De verkoopprijs zal dan E. 117,90 bedragen.

In situatie twee bedraagt de inkoop E. 106,00.
De BTW op de nettomarge (E. 10,00) bedraagt E. 1,90. Tesamen is dit E. 11,90. Dit bedrag bij de inkoop optellen et voila

Dit is de enige en juiste manier hoe om te gaan met BTW bij zilveren munten.

Koop je dus bij een handelaar die zijn munten exclusief BTW aanbiedt, dan betaal je hier gewoon 19% BTW over.

In hoeverre deze mogelijkheid ook in België kan, dat laat ik even in het midden.
Het Ministerie van Financiën ziet zilver niét als iets waar je in investeert, derhalve is de verkoop tegen 6% (of zelfs tegen 0% zoals goud) niet aan de orde.

In een volgende reactie voegde hij er nog bij:

Handel in zilverbaren binnen de EU.
Op zilverbaren geldt het hoogtarief BTW. Als Nederlandse handelaar is het dus mogelijk om binnen de EU te leveren vrij van BTW mits de afnemer in het bezit is van een geldig BTW-nummer. Dit is de zogenaamde Intracommunautaire Levering.

Echter … jaja (het zou eens niet zo zijn), als een afnemer buiten Nederland zijn zilverwaren vrij van BTW wil kopen, in het bezit van een geldig BTW-nummer en deze a contant in Nederland wil afnemen en afrekenen heeft de Nederlandse handelaar een probleem.

De Nederlandse handelaar zal aan de Belastingdienst moeten kunnen aantonen dat deze goederen ook daadwerkelijk de grens hebben verlaten. BTW-nummer of niet, kan de handelaar (verkopende partij) dit niet aantoonbaar maken (contant en afgehaald), dan zal de handelaar de BTW alsnog moeten afdragen … keiharde kosten dus!

Wij leveren dus ook absoluut niets buiten Nederland a contant. Zowel een bankoverschijving als een bewijs van verzending zijn voor de Belastingdienst afdoende om aantoonbaar te maken dat de goederen het land hebben verlaten en dus terecht als IC-levering in de boeken kunnen worden weggeschreven.


Al wie het hiermee eens is, stel ik voor een briefje te sturen naar een parlementslid/minister in België of Nederland om dit aan de kaak te stellen. Zelfstandigen kunnen dan misschien gelijk een terugvordering van de BTW vragen over hun geld op de rekening die door inflatie (negatieve toegevoegde waarde) aangetast is geworden. :-)