zaterdag 27 juni 2009

Wat is uw ecoscore?

Bent u milieubewust dan heeft u meer dan waarschijnlijk al van de ecoscore voor auto’s gehoord. Deze ecoscore is 1 van de 2 pijlers, naast de CO2 gids die de milieuvriendelijkheid van uw wagen aanduiden. Een korte samenvatting van de site en de site zelf vindt u verder in het artikel. Ik ben in ieder geval niet goed bezig. Mijn wagen haalt slechts 46. De compensatie moet (zoals vaak) van mijn vrouw komen, haar wagen haalt 70.


Op site hieronder kan u de ecoscore van nieuwe en oude voertuigen terugvinden. De ecoscore laat toe om de milieuprestaties van een voertuig in te schatten door rekening te houden met de belangrijkste milieu-impacten die het voertuig veroorzaakt. Aan elk voertuig kan een ecoscore toegekend worden tussen 0 en 100. Hoe dichter een voertuig bij 100 komt, hoe milieuvriendelijker het is. De ecoscore houdt rekening enerzijds met de emissie van broeikasgassen (voornamelijk CO2) die een opwarming van de aarde tot gevolg hebben, en anderzijds met emissies die een rechtstreeks negatieve impact hebben op de gezondheid van mensen (zoals fijn stof, stikstofoxiden, e.a.). Ook de impact van bepaalde emissies op ecosystemen wordt in rekening gebracht, en in mindere mate ook de geluidsproductie.

Een voertuig met een ecoscore lager dan 50 kan als zeer milieuonvriendelijk worden beschouwd. Voertuigen met een ecoscore van meer dan 70 zijn dan weer milieuvriendelijke wagens. De milieuvriendelijkheid van de voertuigen met een ecoscore tussen 50 en 70 neemt toe naarmate ze dichter bij 70 komen. In bijna alle categoriën van voertuigen kan men nieuwe voertuigen vinden met een ecoscore hoger dan 65. Een voertuig met een 10% lager verbruik scoort al snel 2 ecoscorepunten beter, en een dieselvoertuig uitrusten met een roetfilter doet de ecoscore met gemiddeld 5 punten stijgen. LPG-voertuigen waarvan de LPG-installatie achteraf gemonteerd werd, zijn hier niet terug te vinden, maar in het algemeen kan gesteld worden dat deze voertuigen beter scoren dan hun tegenhangers op benzine.
Er zijn op deze site verschillende zoekmogelijkheden voorzien, zoals bvb. zoeken op ecoscore 68 of ecoscore tussen 65 en 75, CO2-uitstoot tussen 100 en 130 g/km, enz.

http://www.ecoscore.be/ecoscore/EcoScoreHomepage.asp?Language=NL&vcat=M1&ExtendedSearch=Y

Bron: VITO NV.

woensdag 17 juni 2009

Aandelen die niet kunnen dalen

Dit lijkt wel een sprookje en wie wil deze aandelen niet? Toch bestaan ze volgens de banken en ze hebben ze al heel lang in hun fondsen met kapitaalbescherming zitten. Met andere woorden ze bieden een portefeuille aan met aandelen die niet kunnen dalen. Als particulier kan je net hetzelfde doen, maar dan veel goedkoper en je hebt er niet eens aandelen voor nodig.

Banken zijn gespecialiseerd in onwetende mensen een rad voor de ogen te draaien. Ze gaan daarbij soms zo ver dat ze zelfs een rad voor hun eigen ogen hebben gedraaid :-) . Hier in dit geval is de uitleg echter simpel. Wie zo een beleggingsfonds heeft, bezit contradictorisch geen enkel aandeel. Mocht dit zo zijn, dan zou je die kapitaalsgarantie nooit krijgen, zo gek zijn die banken niet. Wat zit er dan wel in: obligaties en callopties.

Het systeem is zo eenvoudig dat je dat als particulier beter zelf doet. Je koopt obligaties van een kwaliteitsbedrijf (geen banken dus :-) ). Met de rente die je krijgt of gaat krijgen, koop je callopties at the money van hetzelfde bedrijf met dezelfde looptijd (of resterende looptijd) als de obligaties.

Het eenvoudigste systeem is een nulcouponobligatie. Je hebt bvb. 10000€ te beleggen. Neem nu zo’n nulcouponobligaties die een waarde zullen hebben van 10000€ na de looptijd van 3 jaar. Bij aankoop hoef je dan bvb. slechts 8400€ (6% rente) te betalen. Hierdoor ben je verzekerd dat je na drie jaar uw 10000€ terug hebt=kapitaalbescherming. Hoe hoger de rente op dat ogenblik, hoe minder je zal moeten betalen om de obligaties te kopen. Met de rest van je belegging, 1600€ in dit geval, koop je callopties.

Indien het aandeel daalt, ben je beter af met dit systeem daar je nog altijd kunt beschikken over je beginkapitaal, zonder enig verlies. De callopties lopen dan waardeloos af.

Indien het aandeel gelijk blijft, is de constructie neutraal. In beide gevallen heb je winst noch verlies.

Indien het aandeel stijgt, profiteert u tenvolle van het hefboomeffect van de callopties. Die waren namelijk at the money, dus leveren ze winst op. De hoogte van de winst ten opzichte van het aandeel, zal vooral afhangen van de premie (lucht in dit geval) van de opties bij aankoop. De callopties worden best voor expiratie verkocht, op het moment dat je denkt dat je winst maximaal zal zijn.

Voor veel mensen is dit laatste echter van minder belang. Niet de maximalisatie van de winst is belangrijk, maar de zekerheid dat men geen geld verliest. Op dit psychologisch feit spelen de banken gretig in.

Er zijn diverse constructies mogelijk om tot dit resultaat te komen. Zo kan je ook langlopende obligaties kopen en telkens met de jaarlijks ontvangen rente callopties van 1 jaar kopen. Je kan nog extra winst genereren door obligaties onder pari te kopen op de secundaire markt.

Er zijn 2 nadelen aan deze synthetische convertible: Uw kapitaal is niet beschermd tegen inflatie en tegen een faillissement van de onderneming. Daarom is het van belang om enkel obligaties van goede ondernemingen te kopen.

Sommige bedrijven geven ook zelf convertibles uit (echte dan!) i.p.v. gewone obligaties. Het systeem is hetzelfde: Je krijgt samen met de obligatie een calloptie, wat ten koste gaat van de rente op de obligatie. Het voordeel is dat je hier, in tegenstelling tot de dure verpakte producten van de banken, weet wat je koopt.

In de advertenties spreken de banken uitsluitend van “onderliggende waarde” van de fondsen, hierdoor omzeilen ze de woorden aandelen, obligaties en callopties. Tja, herverpakte producten, remember!

woensdag 10 juni 2009

beursadviesnr. 9 : Hou rekening met de gek(te)

De verhouding van de beurs tot de economie is al vaak vergeleken met het baasje (economie) en zijn hond (beurs). Ze vertrekken samen op stap en komen samen terug thuis. Tijdens de wandeling kan er echter van alles gebeuren.Terwijl het baasje er meestal een gelijke tred op nahoudt, rent het hondje soms eens ver vooruit, keert dan in tegengestelde richting terug, blijft dan weer achter om tenslotte opnieuw naar zijn baasje toe te rennen. Deze metafoor kan nog verder opengetrokken worden. Af en toe loopt het hondje (de beurs) zelfs compleet verloren, om slechts na lang zoeken terug met zijn baasje naar huis te kunnen. Dit zou je in analogie de gekte op de beurs kunnen noemen. Hiermee kun je maar best rekening houden. Wie op die momenten het hoofd koel kan houden, doet er zijn voordeel mee. Laat u zelf niet gek maken, maar profiteer ervan.

Zo was de (be)dotcom rage begin deze eeuw een bekend voorbeeld. De volledige Nasdaqbeurs steeg met 1400% op nauwelijks 10 jaar tijd. Om nadien in slechts 2,5 jaar terug te vallen naar 25% van zijn topwaarde. We mogen nu al besluiten dat de Nasdaq nooit meer zijn top zal evenaren. Zelfs vandaag, 10 jaar later, staat de Nasdaq nog steeds slechts op 25% van zijn top (inflatiegecorrigeerd). Bepaalde aandelen noteerden toen tegen 100x à 200x de winst en vele “goeroes” vonden dit normaal. Erger nog: er werden miljarden neergeteld voor bedrijven die nog nooit winst hadden gemaakt, noch een businessplan hadden die toekomstige winsten konden voorleggen. Dit was de tijd van de “nieuwe” economie. Er werden nieuwe termen geïntroduceerd (zoals ebitda) en theorieën uitgevonden, om toch maar te verdoezelen dat deze ondernemingen geen winst maakten. (EBITDA: earnings before I tricked the dumb editor)

Wie deze gekte doorzag (o.a. Buffett die er niet aan mee deed zie ook beursadvies nr.8), en zijn karretje vollaadde met putopties, werd rijk door de hebzucht van de anderen.

Slechts enkele jaren later in 2008, zagen we al een nieuwe gekte. Nu in de tegenovergestelde richting. Aandelen werden “en masse” buitengegooid. Tegen EENDER welke prijs. Zo kreeg je koers/winst verhoudingen te zien van minder dan 1, beurskapitalisaties die lager waren dan de cash die op de rekening stond en dividenden die opliepen tot 50%. Nooit eerder gezien. De reden was dat grote beursspelers in liquiditeitsproblemen kwamen, waarbij ze geen andere keuze hadden dan hun aandelen te dumpen om aan cash te geraken. Dit vergrootte de reeds aanwezige paniek. Door geen onderscheid te maken tussen de kwaliteit van de diverse aandelen (cf. Renault-GM), werd 2008 een “gek” beursjaar. Ook hier lagen voor de “contrarians” opnieuw kansen.

We komen hierdoor terug bij mijn andere adviezen ( nr.2, 3 en 4). Zowel beurzen als aandelen kunnen zeer fel overgewaardeerd of ondergewaardeerd worden. Je doet er dan je profijt mee om zolang mogelijk van de trend te profiteren, zelfs al zijn de koersen onrealistisch hoog of laag.

Het komt erop aan om vooral de anderen gek te laten doen, waarmee u winst kunt halen. Altijd werken met vooraf vastgelegde limieten is een gulden regel. Het kan soms lukken dat u al meteen een flinke winst op zak steekt door uw limiet zeer laag te leggen. Nog niet zo lang geleden kon je blue chips 30% intraday zien schommelen. Ook de Dow Jones steeg ll. met 700 punten op een half uur (Het Plunge Protection Team zal niet ver weg geweest zijn). Door het inleggen van een lage limiet kunt u al meteen op rozen zitten.

De vraag blijft over: Hoe kan dit toch, die gekte op de beurs. De beurs heeft toch altijd gelijk?

Als je het theoretisch bekijkt is de kans op stijgen of dalen van een aandeel altijd even groot: Fifty-fifty (is niet helemaal correct, want er is ook een kans dat het aandeel pas op de plaats maakt). Wat doet aandelen stijgen: een verbeterde marktsituatie, beter dan verwachte cijfers of overname nieuws. Een daling wordt dan weer veroorzaakt door het omgekeerde. Toch merk je dat aandelen ook fel kunnen stijgen of dalen zonder dat er nieuwe feiten bekend zijn. Dan komen we onherroepelijk bij psychologie terecht. Psychologie is zo’n belangrijk ingredient omdat het gewoon inherent aan de beurs is:

Bij iedere beurstransactie DENKEN beide partijen een goede zaak te doen. Nochtans: de ene VERKOOPT zijn aandelen en de andere KOOPT die aandelen. Deze enorme tegenstrijdigheid is de reden dat de beurs onvoorspelbaar is. Ook vele (al dan niet zelfverklaarde) beursgoeroes gaan daardoor vaak de mist in. De massa gegevens die dagelijks de wereld worden ingestuurd en de verscheidene manieren om de waarde van aandelen te bepalen zorgen voor een constant verschuiven van het evenwicht tussen kopers en verkopers, zelfs al hebben die gegevens geen economische invloed op het aandeel. De prijs van een aandeel wordt hier de speelbal van.Wie Mr Market van Benjamin Graham kent, weet hoe irrationeel kopers of verkopers van aandelen kunnen zijn. Er is echter één soort belegger die hiermee zijn voordeel doet: die zonder emotie.

Dit advies maakt deel uit van een reeks van 10. Elk afzonderlijk hebben ze niet de waarde die ze verdienen. Advies 1 waarschuwt om bewust te beleggen en zo verlies te vermijden, advies 2,3 en 4 bespreken het kopen, bijhouden en verkopen van aandelen, advies nr.5 toont aan dat opties u daarbij kunnen helpen. Advies 6 t.e.m. 10 zijn randadviezen, maar daarom niet minder belangrijk. Advies 6 handelt over kennis, orde en dicipline. Advies 7 bespreekt naar wie u niet moet luisteren en 8 naar wie wel. De tien adviezen samen zullen u helpen de verliezen te beperken en hopelijk u in staat te stellen om meer winst te maken.

Deze beursadviezen zijn persoonlijk. Reacties zijn dan ook welkom. Bent u het eens? Oneens? Of heeft u er een andere kijk op? Aarzel niet en reageer. Alleen zo worden we slimmer, zowel u als ik. Misschien is uw advies wel een beter advies!

donderdag 4 juni 2009

Opel of Renault? slot (8)

ANTWOORD: RENAULT

Wie de reeks een beetje gevolgd heeft, weet dat de keuze niet was met welke auto te rijden, maar voor welk aandeel te kiezen, nl. Renault of GM. Ik wilde per se een vergelijking maken tussen 2 bedrijven uit éénzelfde sector. Het was in feite één lange aanklacht tegen alle (bank) beleggingen die sectorfondsen promoten. Stockpicking in de juiste kwaliteitsbedrijven, is een veel beter idee dan “tout court” te beleggen in één welbepaalde sector. Het verhaal van Renault en GM was hier perfect voor.

thumbs Hummer Wheels%20in%20the%20Air Opel of Renault? (slot)

In oktober 2008 stelde ik aan de kaak dat het onterecht was dat beide aandelen 80% van hun waarde verloren hadden sinds 1 januari. Volgens mijn mening moest GM toen al failliet verklaard worden en was Renault veel te zwaar afgestraft. Eigenlijk was die vaststelling heel eenvoudig: GM had al geruime tijd een negatieve boekwaarde en kon enkel door immense leningen en uiteindelijk door de overheid recht worden gehouden. Ondanks dat de obligaties al jaren tot de junkstatus waren verheven, ondanks dat GM massaal verlies maakte en niet concurrentieel meer was, maar dankzij een schurkenstreek van Bush, heeft GM het nog zolang uitgezongen. Jammer genoeg zal dit grapje de belastingbetaler zo’n 60 à 100 miljard dollar kosten, tientallen miljarden meer dan als men een jaar eerder met de sanering begonnen zou zijn.

Wat in oktober reeds zo helder was, bleek menig belegger nog niet van overtuigd. De waarde van het aandeel ging nog op en neer en het dagelijks volume had een gemiddelde van 50 miljoen aandelen. Als we alle aankopen rekenen tussen oktober en nu, dan werd er voor (ruw gerekend) 25 miljard dollar aandelen GM gekocht. Een gigantisch bedrag voor een bedrijf dat regelrecht op het faillissement afstevende. Het kan echter nog straffer: de laatste 2 dagen (29 mei en 1 juni) toen het al officieel was aangekondigd dat GM chapter eleven zou aanvragen. Op beide dagen werd zowat de helft van de openstaande aandelen verhandeld (660 miljoen) en dus ook GEKOCHT aan een koers tussen 0,75 en 1,10 $. Dit betekent dat beleggers bereid waren om ongeveer 600 miljoen dollar op tafel te leggen voor waardeloze aandelen. Ofwel hebben deze mensen geld teveel, ofwel hopen ze op een deal zodat de oude aandelen nog worden meegenomen in het nieuwe GM. Als je weet dat de schulden 2x hoger zijn dan de activa, dan vrees ik toch voor dit laatste.

Het valt natuurlijk te betreuren dat Amerika’s glorie verworden is tot een pennystock op de pinksheets. Ondanks de nationalisering van GM zullen er minstens 11 fabrieken gesloten worden en diverse merken verkocht. Een drama voor veel mensen en gemeenschappen. Toch hebben vakbonden en directie debet aan deze situatie. De wereldvreemdheid kende soms geen grenzen (zie ook andere artikels). Het nieuwe GM kan rekenen op ongelofelijke staatssubsidies, maar het is nu al voorspelbaar: indien er geen mentaliteitswijziging komt, staan we over 5 jaar weer even ver. De concurrentie staat te springen om de markt in te palmen.

Wie in oktober geïnvesteerd had in Renault, zal daar vandaag geen spijt van hebben. Ook voor Renault waren de marktomstandigheden desastreus. Dit bedrijf staat echter al een stuk verder wat kostenbeheersing en innovatie betreft. In oktober stond het aandeel genoteerd aan 20€. Op het moment van het GM faillissement op 30€. Een winst van 50%. Dit is nu typisch voor een kwaliteitsaandeel in moeilijke omstandigheden. Het wordt samen met al de rest buitengekieperd, maar herstelt veel rapper. Toch zal de autosector nog een tijdlang in zwaar onweer vertoeven. Een auto blijft een grote aankoop in crisistijd en de concurrentie blijft kunstmatig hoog door alle reddingsplannen en staatsinterventies voor de autoconstructeurs.

Investeren in een sector? Niet voor mij. De kans is te groot dat enkele mindere bedrijven het volledige rendement onderuit halen.