zaterdag 31 januari 2009

Obligaties, een veilige belegging?

In 2008 werden aandelen massaal de rug toegekeerd door de kleine belegger. Spaarrekeningen en obligaties zijn weer hot als belegging. Vooral obligaties worden gezien als de ideale en risicoloze belegging ten opzichte van aandelen. Maar is dit ook zo?

Mijn mening is dat obligaties iets veiliger zijn dan aandelen. Forse koersdalingen zijn bij obligaties niet aan de orde als u de termijn uitzit. Daar tegenover zullen obligaties nooit het rendement kunnen geven wat mogelijk is met aandelen. Volgende soorten obligaties bestaan:

Kasbons: Obligaties die worden uitgegeven door banken.

Staatsobligaties: Leningen uitgeschreven door overheden.

Bedrijfsobligaties: Leningen uitgeschreven door bedrijven.

Tot 2008 werd ervan uitgegaan dat Kasbons en Staatsobligaties tot de veiligste beleggingen gerekend konden worden. Dat ook dit genuanceerd moet worden, hebben we inmiddels geleerd (Lehmann Brothers). Een obligatie is een schuldbewijs voor een lening uitgeschreven door een instelling, meestal over tenminste vijf jaar en waarvoor een intrestvergoeding wordt betaald om dit geld gedurende een overeengekomen periode te gebruiken. Nu er een resem faillissementen plaatsvinden, is ook de obligatiehouder niet zeker dat hij zijn geld terugziet.

Bij een faillissement komt een aandeelhouder op de laatste plaats. Die is zo goed als zeker zijn geld kwijt. Een aandeelhouder moet zich bewust zijn van dit risico. Wie obligaties heeft, staat ook redelijk achteraan in de rij en dit wordt minder goed beseft. Vooral achtergestelde obligaties (het woord zegt het zelf: men is achtergesteld op andere) zullen meestal niet veel van hun geld terugzien. Maar ook gewone obligaties zijn mogelijks niets meer waard als er onvoldoende geld overblijft. Dus veilig zijn obligaties allerminst.

Om de veiligheid van obligaties te bepalen bestaan er 2 belangrijke ratingbureaus: Moody's en S&P. Zij kennen een rating toe aan de obligatie. Triple A zijn zeer veilige, C en D zijn zeer onveilige (junk genoemd). Hoe lager de rating, hoe hoger de intrest zal moeten zijn om beleggers te overtuigen deze te kopen. Hier geldt duidelijk de wet: hoe meer risico, hoe hoger de opbrengst. Het probleem is echter dat deze ratings subjectief zijn. U koopt een triple A obligatie en deze wordt na 2 jaar bvb. gedegradeerd naar een C rating. U kocht dan in volle vertrouwen een "investment grade" obligatie en uiteindelijk blijkt u een "rommel of speculatieve" obligatie in bezit te hebben. Hier heeft u geen controle op: Het ratingbureau kan zich vergist hebben of de marktsituatie kan compleet gekeerd zijn. Zo zijn de ratings voor de o zo veilige banken neerwaarts bijgesteld en zelfs staatobligaties van sommige europese landen als Spanje worden neerwaarts bijgesteld. Ook België staat op de lijst om een herziening te krijgen. Een land als IJsland is failliet en kan enkel met hulp van buurlanden en het IMF aan zijn verplichtingen voldoen. Een ander voorbeeld is Argentinië, die in het verleden gelijkaardige problemen gekend heeft.

Wie de kleine lettertjes niet heeft gelezen kan nog meer gezien zijn. Zo bestaan er reverse converteerbare obligaties. Deze betekenen dat het bedrijf mag kiezen hoe u wordt terugbetaald: met geld of in aandelen. U ziet van ver wat het bedrijf zal doen als aandelen nauwelijks wat waard zijn als de uitbetaling moet plaatsvinden. In plaats van u zuurverdiend geld te ontvangen, zal u waardeloze aandelen aan uw broek gesmeerd krijgen. Daarom: KOOP NOOIT REVERSE CONVERTIBLES. Meestal zijn deze intresten zeer aanlokkelijk: 10 à 20% zijn geen uitzondering, toch bij een faillissement krijgt u dit nooit te zien, u ontvangt netjes bvb. 1000 aandelen aan ... 0€. Sommige obligaties maken het nog bonter: ze mogen terugbetaald worden in aandelen van zodra het aandeel onder een bepaalde waarde zakt: VERLIES GEGARANDEERD.

Mijn conclusie is duidelijk: Obligaties kunnen even risicovol zijn als aandelen, terwijl hun rendement veel lager ligt. We zien dan ook nog dat er massaal veel obligaties op het verkeerde moment gekocht worden: als de rentes laag staan. Persoonlijk heb ik nog nooit obligaties gekocht en wellicht zal ik het nooit doen. Geef mij dan maar de real stuff: Aandelen en laat het uitlenen van geld maar over aan de banken, die zijn daar toch specialist in of niet?

dinsdag 27 januari 2009

De westerse wereld begon bij Fibonacci

Hier en daar wordt voorspeld dat het einde van het westers financieel systeem eraan komt. Maar waar begon het? Reeds meer dan 800 jaar geleden bij Fibonacci: Hij leerde de westerse wereld rekenen zoals het hoorde. Hiermee was hij feitelijk de vader van zowel de technische als de fundamentele analyse.

Fibonacci, die eigenlijk Leonardo van Pisa heet, heeft zijn plaats in de westerse geschiedenis verworven met het schrijven van het boek "Liber Abaci" of "Het boek van de rekenkunde". Met dit handgeschreven! boek uit 1202, introduceerde hij de arabische cijfers van 1 t.e.m. 9 in Europa. Hij legde de eenvoudige rekenkundige bewerkingen als vermenigvuldigen, breuken, vierkantswortel en kwadraat gedetailleerd uit. Ook economische begrippen als wisselkoers, renteaflossingen en winstmarges kenden door hem geen geheimen meer.

Bekender nog dan zijn boek is de "Fibonacci reeks". Deze reeks: 1,1,2,3,5,8,13,21,34,... is niets anders dan ieder volgend getal is de som van de twee vorige. Beweerd wordt dat Fibonacci tot deze reeks kwam door het bestuderen van ... konijnen. Dit is echter niet de waarheid, de reeks was al minstens duizend jaar ouder en Fibonacci heeft ze wellicht opgepikt toen hij in Algerije studeerde. Het konijnenverhaal is slechts één van de vele voorbeelden hoe de reeks verbonden is met vele elementen uit de natuur.

Een verdere toepassing van deze reeks is de gulden snede (mooier gezegd: "divina proportione " = goddelijke verhouding). Wanneer u een getal deelt door het vorige in de rij, bekomt u ongeveer 1,618 (hoe verder in de rij hoe nauwkeuriger). Heel wat toepassingen hiervan vindt u in de natuur zelf. De grootste eer kreeg Fibonacci van Leonardo da Vinci met zijn "mens van Vitruvius". Alle toepassingen over de reeks en de gulden snede opsommen, is onbegonnen werk, door even te googelen vindt u er alles over, zelfs het konijnenverhaal.

Nu, 800 jaar later, worden zijn berekeningen in de beleggingswereld nog altijd gebruikt. Het verdisconteringsprincipe waarbij de huidige waarde (present value) wordt berekend aan de hand van de toekomstige geldstromen komen van zijn hand. Zo steunt de huidige waarde van aandelen als zijnde alle verwachte dividendopbrengsten hierop.

Elliot (Wave Principles) en zijn volgelingen geloven dat beurskoersen en grafieken steunen op deze cijfers. Mede door deze reeks beweren ze voorspellingen te kunnen doen van de beursgolven. Elliot maakte er een methode van.

zaterdag 24 januari 2009

de (spaar)rekening klopt niet, deel 2

In het eerste artikel vroeg ik mij af of al die gratis bankzaken en tegelijkertijd de zeer hoge rentevergoeding wel klopt voor geld die onmiddellijk opvraagbaar is. In theorie hebben de banken hier veel kosten door en zouden we eigenlijk rente moeten betalen in plaats van krijgen. Door deze gratis diensten en hoge rente te aanvaarden, laten we oogluikend toe dat de banken dit geld gebruiken om uit te lenen. Alleen zo kunnen ze hier aan verdienen. Maar hoe rijm je dan dat uitgeleend geld onmiddellijk opvraagbaar is?

Voor alle duidelijkheid spreek ik niet meer over deposito, spaarrekening en termijnrekening omdat ik gemerkt heb dat deze termen in België en Nederland niet altijd hetzelfde betekenen. Ik spreek dan ook over onmiddellijk opvraagbaar geld (zicht- en spaarrekening) en niet-onmiddellijk opvraagbaar geld (termijnrekening, kasbons, spaarbons, verzekeringsbons en spaardeposito's).

Hoe lossen banken het probleem op van onmiddellijk opvraagbaar geld die toch gebruikt wordt om uit te lenen? In theorie lossen ze dit niet op. Bij een bankrun (waarbij iedereen zijn onmiddellijk opvraagbaar geld ook daadwerkelijk onmiddellijk opvraagt) kunnen ze dit geld gewoon niet terug geven. Enkel door extra geld te lenen bij centrale banken of andere banken (wat in het najaar van 2008 niet meer lukte) kunnen ze de schijn ophouden. Als laatste redmiddel kan ook een overheid voor het nodige kapitaal zorgen, wat in 2008 is gebeurd.

Voor de rest doen banken aan speculatie. Ze speculeren namelijk dat er nooit een bankrun plaatsvindt. Door de jaren heen hebben ze een goed beeld gekregen van de bedragen die mogelijks opgevraagd worden. Met de nodige reserve (normaal 10%) zorgen ze dat dit bedrag altijd beschikbaar is. Dit is maar een fractie van het totaal "onmiddellijk opvraagbaar" geld. In België kent de spaarrekening wegens zijn fiscaal gunststatuut een enorm succes. De belg is dan ook een trouwe spaarder en verandert niet zo gauw van bank. Dit speelt in de kaart van de bank natuurlijk. Hierdoor kunnen ze toch een hoge rente geven voor geld die contractueel niet vast staat, maar in de praktijk wel.

Een mooi bewijs hiervan is de Belgische tak van Rabobank. Rabobank opereert in België als een internetbank met mooie rentes op de internetrekening. Bij Rabobank kan je 500000 euro (half miljoen) PER DAG overschrijven naar een andere rekening zonder dat er een vraag wordt gesteld (u moet wel eerst van de spaarrekening naar de zichtrekening overboeken, maar dat gebeurt ogenblikkelijk en onbeperkt). Hier kan je dus overduidelijk spreken van onmiddellijk opvraagbaar geld. De rentevergoeding voor deze spaarrekening bedraagt vandaag 3,75%. Verder is alles gratis bij Rabobank.

Nu gaan we kijken wat de vergoedingen zijn voor niet-onmiddellijk opvraagbaar geld. Rabobank biedt die aan onder de vorm van termijnrekeningen. Wie logisch redeneert mag dus veel hogere vergoedingen verwachten daar hij effectief niet over zijn geld kan beschikken gedurende de overeengekomen termijn. Ook Rabobank kan een hogere vergoeding geven daar ze zeker zijn dat ze het geld niet hoeven terug te geven tijdens dezelfde termijn. Ziehier de tarieven:

1 maand: 1,90%, 2 maanden 1,90%, 6 maanden 2,02%, 2 jaar 3,00%. Je moet je geld al 5 jaar lang vastzetten om een hogere vergoeding te krijgen (3,85 à 3,88%). Als je rekening houdt met het netto bedrag, geraak je zelfs niet boven de rente van 3,75% (is in België onbelastbaar tot een bedrag van ongeveer 1700€ renteontvangsten per persoon= 45000€ spaargeld op een spaarrekening). Je kunt hier dus maar één conclusie uit trekken. Vandaag brengt onmiddellijk opvraagbaar geld meer op dan geld die voor jaren (tot 7 jaar) vast staat. De logica is zeer ver weg. Je kan nog opmerken dat de rentes dalend zijn, maar daartegenover bestaat de vrees voor hyperinflatie. Je moet dan wel goed gek zijn om je geld voor 7 jaar vast te zetten. Een beter bewijs is er niet, denk ik, dat ook het onmiddellijk opvraagbaar geld uitgeleend is en dat deze broodnodig zijn voor de banken, anders kan en zou men niet die rentes geven. Je kan je zelfs afvragen of de banken nog het onderscheid maken tussen het soort geld die ze ter beschikking krijgen.

In België staat dan ook het meeste geld op spaarrekeningen. Dit heeft als resultaat dat banken die in België ( en bij uitbreiding in de ganse Westerse wereld wellicht) opereren bijzonder zwak staan tegen een bankrun. Dat ze deze zwakte zelf in de hand werken door deze hoge rentes op onmiddellijk opvraagbaar geld en dat ze dit zouden kunnen omkeren nu er massaal terug geld vloeit naar spaarrekeningen, is blijkbaar nu nog niet aan de orde, maar wellicht gaan we wel die richting uit.

Toevallig wordt vanaf 1 april 2009 de wetgeving in België aangepast voor spaarrekeningen (onmiddellijk opvraagbaar). De maximum rente wordt 3% of lager (indien de rente van de ECB lager ligt) en er mag maar 1 premie meer zijn (getrouwheid en aangroei vallen weg), die tussen een kwart en de helft ligt van de basisrente.

Het gevolg hiervan is dat er veel minder interest zal zijn dan nu (max 4,25% basis en 2% extra), en dat het bankhoppen ontmoedigd wordt daar de premie niet meer na 6 maanden mag, maar slechts na 1 jaar verworven is. Hiermee snijdt men de pas af van de kleinere en buitenlandse banken die het vooral moeten hebben van de hogere rentes om klanten aan te trekken. Deze wet speelt duidelijk in de kaart van de grote 4 (KBC, ING, Dexia en Fortis Bank), want hierdoor verkleint de kans dat er veel geld tegelijkertijd wordt afgehaald, daar men overal zowat dezelfde vergoedingen zal krijgen. Jarenlang was er een soort gentlementsagreement tussen die 4 banken waarbij de rentes zeer laag bleven. Onder druk van de kleine en buitenlandse banken hebben ze de handdoek in de ring gegooid en hun rentes op hetzelfde niveau gebracht. Via politieke weg proberen ze nu weer hun slag thuis te halen.

donderdag 22 januari 2009

Bugatti Veyron: economisch verantwoord?

Bovenstaand "machientje" kost zo'n dikke 1,5 miljoen dollar. Een astronomisch bedrag. Vindt u het produceren van dit product economisch verantwoord?

Men kan zich terecht afvragen wat de zin is van bovenstaande auto? Neem aan dat een gemiddelde wagen 20000 $ kost, dan is dit een verhouding van 1 Bugatti tegen 75 normale auto's. Decadent niet?

Voor de liefhebbers zijn dit de voornaamste kenmerken:

  • 1001 pk
  • in 2,5 seconden van 0 naar 100 km/u
  • topsnelheid van 407 km/u
  • verbruik van 20 liter benzine per 100 km

Pikant detail: je hebt al een BMW voor de prijs van de wielen en dit is voor een franse auto!
Wie meer info hierover wil, vindt al heel wat op wikipedia.

Oh ja, het antwoord op de titel: is dit economisch verantwoord?

Mijn mening is: Waarom niet?. Zolang er kopers voor zijn en zolang de ondernemer hier winst mee maakt, doet dit de economie draaien. Ik heb veel meer problemen met de geproduceerde auto's van General Motors die enkel nog met zwaar verlies verkocht worden. Je ziet wat er daar van komt. Het verbruik van de bugatti vindt ik wel een minpuntje.

Bent u het met mij eens? Mogen deze beauties blijven rondrijden in deze recessie? Zou u ze kopen, mocht u het geld hebben?

dinsdag 20 januari 2009

speculanten: een zegen of een vloek?

Als het economisch misloopt, wordt nogal vaak gewezen naar de speculanten. Het is altijd verleidelijk om iemand anders de schuld te geven. De ene keer zijn het de banken, de andere keer de shorters en nogal vaak zijn het de speculanten. Ze allemaal over één kam scheren en ze als criminelen bestempelen is wellicht een brug te ver.

Wat is een speculant? Je kan hem/haar het best omschrijven als iemand die probeert laag te kopen en hoog te verkopen, daarmee veel winst op zak steekt, maar totaal geen interesse heeft in het product waarin hij handelt. Puur economisch voegt hij geen waarde toe of toch?

Een mooi voorbeeld van speculatie is de stijging van de olieprijs vorig jaar. Neem volgend voorbeeld:

Een speculant koopt een futurecontract ter waarde van 100 000 dollar met als economische waarde 1000 vaten olie aan de prijs van 100$/vat. De boot met deze olie is pas vertrokken en is een maand onderweg. Net voor aankomst van het schip stijgt de olieprijs op de internationale markten naar 115$/vat. De speculant zal het contract snel verkopen want hij heeft 15% winst en het laatste wat hij wil, is opgescheept zitten met de olie. Wat er achteraf met de olie en de prijs zelf gebeurt, interesseert hem geen zier.

Twee dingen worden direct duidelijk: De speculant zorgt voor liquiditeit van de contracten (het is best mogelijk dat het contract diverse keren in andere handen is overgegaan) en hij neemt een groot risico. Voor hetzelfde geld was de olieprijs gedaald (wat ook gebeurd is) en heeft hij een zwaar verlies geleden. Heeft de speculant de prijzen opgedreven? Wellicht wel, want hij haalt de olie tijdelijk uit de markt (zorgt voor schaarste) en verkoopt dan aan een hogere prijs. Hij profiteert dus van een stijgende trend door extra schaarste te creëeren. Deze stijgende trend is echter niet door de speculant gemaakt maar door de reeds aanwezige olieschaarste op dat moment. Hij heeft de prijzen wel mee helpen opdrijven, maar tegen een trendomkeer is ook hij niet bestand.

Als je de vergelijking naar de gewone beurs doortrekt, doen we eigenlijk allemaal aan speculatie: we proberen laag in te kopen om met een zo groot mogelijke winst, liefst in een zo kort mogelijke tijd, hoog te verkopen. Wie heeft er nog altijd zijn eerste aandelen, ooit gekocht omdat hij het goed meende met een bedrijf? Aan de miljoenen dagelijkse transacties op de beurs te zien, zullen dat er weinig zijn. De lijn tussen beleggen en speculeren is dan ook flinterdun.

Een tweede voorbeeld van een speculatie is het volgende: Nu de grondstoffen laag zijn, vinden veel speculanten het ogenblik gekomen om bijvoorbeeld zink op te kopen. Zij kopen dus wanneer anderen het niet moeten hebben. Ze houden het bij tot de markt weer aantrekt en er schaarste komt. Dan gooien ze hun zink op de markt. Ze voldoen dus perfect aan het profiel van een speculant: laag kopen, bijhouden en hoog verkopen, terwijl het product zink hun niet interesseert. Hebben de speculanten nu niet een fantastisch economisch feit gepleegd? Ze kopen als niemand koopt, ze spelen magazijnier en dus financier, en verkopen als er schaarste is waardoor er meer zink op de markt komt. Zij zorgen dus voor een dempend effect. Als je dan weet dat de markten efficiënt zijn (op ieder moment zijn alle gegevens die verband hebben met het product gekend), dan neemt de speculant een enorm risico door tegen de markt in te gaan. Is deze speculant dan geen onderdeel van de vrije markt economie, meer zelfs is hij dan niet noodzakelijk?

Men kan natuurlijk niet ontkennen dat er veel criminaliteit verweven zit bij speculatie. Kartels opzetten om schaarste te creëren, valse geruchten de wereld insturen, documenten vervalsen, lobbyen en omkoping bij overheden (grondspeculatie!), de voorbeelden hoor je dagelijks in het nieuws. Hier kan je geen respect voor hebben. Toch wil ik eindigen met dezelfde vraag als in het begin:

Alle schuld op de speculanten schuiven, is dat geen brug te ver?

donderdag 15 januari 2009

De (spaar)rekening klopt niet

De verontwaardiging was enorm groot toen diverse banken in Europa op omvallen stonden. Het was allemaal de schuld van Amerika en van de roekeloosheid van de banken zelf. Maar hebben wij er ook zelf schuld aan? Bent u ook op zoek gegaan naar de meest biedende spaarrekening? Of wilt u ook dat alle bankzaken gratis zijn? Ik wel.

Ik betaal geen enkele euro voor al mijn bankzaken. Niet voor transacties, niet voor beheer van de rekeningen, niet voor uittreksels en niet voor bank- of visakaarten. Ik wil megaveilig internetbankieren en een superveilige bewaring van het geplaatste geld. Tevens moet er zoveel mogelijk iemand ter beschikking zijn in het plaatselijk kantoor om mijn vragen in te willigen. Daarbovenop wens ik tenminste 4% en liever nog 6% rentevergoeding op mijn spaarrekening. Maar vooral wil ik ieder moment en iedere minuut van de dag mijn geld kunnen opvragen.

Merkt u op dat ik niets betaal maar toch veel wil? Dit plaatje klopt dus niet, maar toch is het de realiteit vandaag. Zou het niet logisch zijn dat ik voor al deze diensten betaal? Zou het niet logisch zijn dat we rente betalen i.p.v. krijgen om al deze diensten te financieren? Toch?

Wij gaan eigenlijk stilzwijgend akkoord dat de bank dat geld gebruikt om uit te lenen aan iemand anders. Goed. De bank leent uw geld uit en verdient daaraan. Dit betekent wel dat de bank dit geld niet meer in zijn bezit heeft. Hoe kunnen wij dan eisen dat we ons geld ieder moment ter beschikking hebben? Is dit eigenlijk niet het gebied van kasbons en termijnrekeningen? Daar geven we expliciet de toestemming aan de bank dat ze dit geld voor éénzelfde termijn uitlenen, want we hoeven het pas op de vervaldag terug, met een eerlijke vergoeding (rente).

Nu ontstaat de situatie dat hetzelfde geld door 2 mensen gebruikt wordt: de lener en diegene die het in deposito geeft. Is het dan zo verwonderlijk dat in het geval dat leners het geld niet kunnen terugbetalen of wanneer de depositogevers massaal hun geld opvragen, de banken zwaar in de problemen komen? Is nu net dit niet in 2008 in België en Nederland gebeurd? Is er niet meer aan de hand dan de Amerikaanse huizencrisis en frauduleus herverpakte producten?

Moeten we niet naar een nieuw banksysteem waar u enerzijds betaalt voor diensten waartoe onder meer het in deposito geven van geld behoort. Als u juwelen of anders kostbaarheden in een bankkluisje legt, betaalt u daar toch ook voor? Waarom dan niet voor geld? Dit geld moet dan wel volledig bij de bank blijven en mag niet uitgeleend worden. Als u wel toelaat om het geld uit te lenen, dient daarvoor een termijnrekening of een kasbon, waarvoor u wel een mooie vergoeding krijgt. Aan u dan de keuze!

Dit klinkt wellicht niet populair, maar dit behoedt ons wel voor fratsen zoals dit jaar. Dan hoeft ook de onschuldige belastingbetaler niet op te draaien voor de enorme kapitaalinjecties en de gigantische staatswaarborgen voor de banken die nu kwistig in het rond gestrooid worden , zonder dat iemand weet waar dit kan eindigen. Wie enkel zijn geld in deposito geeft, hoeft die waarborgen niet. Wie toch rente wil, weet dat daar risico's aan verbonden zijn.

Er is wel 1 belangrijke maar! De overheden moeten stoppen van altijd maar een inflatoir beleid te voeren. De koppeling aan goud/zilver zou dit kunnen vermijden. Dan maakt het niet uit of je nu geld of goud bij de bank in deposito geeft! Beide hun waarde blijft.

Misschien mogen daarom banken ook maar 1 van deze 2 activiteiten aanhouden, zodat de keuze duidelijk is: Ofwel een depositobank voor geld en goud/zilver, ofwel een leningsbank met producten waarvoor men een intrestvergoeding krijgt.

Toevoeging:

Betekenis van deposito in bovenstaand artikel = het in bewaring geven (van geld) zonder meer.

Vooral in Nederland spreekt men ook over (spaar)deposito in de betekenis van een termijnrekening, m.a.w. een spaarvorm met vaste looptijd en vaste rente. Best verwarrend dus allemaal.

maandag 12 januari 2009

Waar is al dat geld naar toe?

Diverse krantenberichten liegen er niet om: er zijn ongelofelijk veel miljarden in rook opgegaan in 2008. Nu blijft de vraag: Waar zijn al die miljarden naar toe? Op een beurs worden toch aandelen verkocht en gekocht. Er is dus enkel een verschuiving van bezit, het geld kan toch niet weg zijn? Toch wel: het is weg. Maar is het er ooit geweest?


Op de beurs wordt per dag meestal slechts 1% of minder van de aandelen van een bepaald bedrijf verhandeld. Stel dat een bedrijf 1000 aandelen heeft met een waarde van 100€/aandeel en dit komt perfect overeen met de boekwaarde.

Op een bepaalde dag is er een "gek" die op de beurs één aandeel koopt aan 200€. De beurskoers verdubbelt en de kapitalisatie bedraagt nu 200 000€(200 X 1000). Betekent dit dan dat alle aandelen samen 200 000€ waard zijn? Volgens alle gegevens die u in alle kranten en websites vindt, is dit inderdaad zo. Maar is er dan 200 000€ betaald voor die aandelen? Helemaal niet! Er is slechts 999x 100€ en 1x 200€ is tesamen 100 100€ betaald geweest.

Als de volgende dag er opnieuw 100€ betaald wordt voor dit aandeel is er dan ook helemaal geen 100000€ verdwenen (beurskapitalisatie zakt van 200000 naar 100000€). Hoogstens heeft die "gek" 100€ verloren aan een andere aandeelhouder die deze 100€ op zak steekt.

Met de huidige technieken is het perfect mogelijk om de werkelijke betaalde bedragen te verrekenen in de beurskapitalisatie (zeer zeker bij nieuwe beursintroducties). Daar er slechts een beperkt aantal aandelen verhandeld worden per dag, zal "deze kapitalisatie gedeeld door het aantal aandelen" veel dichter bij de koers van de vorige dag liggen dan de beurskoers van die dag. Waarom doen de beursautoriteiten dit niet? Omdat dan waarschijnlijk het volgende scenario zal afspelen:

De beurskoers zal veel dichter bij de boekwaarde komen te liggen, immers zal men minder bereidt zijn om veel meer of minder dan de boekwaarde te betalen of te verkopen. Want men zal naar een evenwicht streven voor de "nieuwe beurskapitalisatie gedeeld door het aantal aandelen" en dit kan niet anders zijn dan tussen de huidige boekwaarde en de toekomstige verwachte boekwaarde. U weet dat boekwaarde's veel minder vlug veranderen dan de beurskoersen zoals ze nu zijn. Dit betekent dat de koersen veel minder zullen fluctueren, met als gevolg dat er veel minder spektakel zou zijn en dus minder handel. Dit zou de doodsteek zijn voor de beurs als casino met een gigantisch inkomensverlies voor de ganse sector.

zondag 11 januari 2009

beursadvies nr.5 vergeet opties niet

De eerste vier beursadviezen zijn ontegensprekelijk de belangrijkste. Er is er nog ééntje om het rijtje compleet te maken. Uw verlies beperken, kopen in een stijgende trend, niets doen als de trend blijft en verkopen bij trendomkeer zijn slechts een onderdeel van de beurs. Deze zeer eenvoudige adviezen staan in schril contrast met de complexheid van de beurs.
Zoals de titel reeds verraadt, bestaan er naast aandelen nog producten zoals opties, turbo's, speeders, trackers, futures, mini's (bestaan die nog?), CFD's,... en dan hebben we het nog niet over allerhande soorten obligaties, klikfondsen, hedgefunds, convertibles, sicavs, beveks ,... kortom de lijst is ellenlang. U mag ze van mij allemaal uitproberen, mij interesseren enkel die producten die van nut zijn zoals in onderstaand geval.
Als u pech hebt, dan kan het zijn dat u bij een stijgende trend juist op de top gekocht hebt. Daar moet u rekening mee houden. Fundamentele of technische analyse zal u daarbij niet altijd helpen. U weet het al, zoals de bodem een gok is (of geluk), zo is ook de top. U verkoopt dan wel TIJDIG na een daling (tussen 5% en 33%, zie beursadvies nr. 4), maar dat verlies hebt u toch aan uw been als u op de top gekocht hebt. Als de trend omkeert, kan het zo razendsnel gaan, waardoor het aandeel bvb. direct tientallen procenten lager noteert. Wat doe je dan om je tegen dit risico in te dekken?
Het kopen van een putoptie! Dit type optie wordt meer waard als het aandeel daalt. De kost voor de optie gaat wel af van uw winst. Een verzekering kost nu éénmaal geld en zoals u uw ander bezit (huis, auto, leven!) beschermt met een verzekering, zo beschermt u uw aandelen met een optie.
Nu wordt het moeilijk: want wanneer wordt een optie interessant? En welke optie? Dit hangt volledig af van de prijs van de optie. Vorig jaar (2008) waren de opties verschrikkelijk duur. Dit is logisch te verklaren: de optieprijs bestaat uit een intrinsiek gedeelte (wat het echt waard is) en een verwachtingswaarde (wordt ook lucht genoemd). Het is vooral deze lucht die nu hoog is, want door de volatiliteit van de aandelen, is de kans groot dat de opties uitgeoefend zullen worden en moet er daarom een hogere prijs voor betaald worden. Het is nodig zelf een berekening te maken welke optie de interessantste is. Indien u niet genoeg onderlegd bent in opties, raad ik aan een optiecursus te volgen. Er worden er gratis aangeboden op het internet.
Het laatste jaar 2008 (en nu nog) was er gigantisch veel geld te verdienen met het schrijven van opties, de risico's waren echter navenant. De vix (volatility index) staat al geruime tijd boven de 40 (tot 75) en dit is echt uitzonderlijk. Hoe hoger die staat, hoe meer lucht in de premies van de opties zit.
Met opties is het ook mogelijk om omgekeerd te werk te gaan. Stel dat de trend dalend is. Hierop kunt u ook inspelen, want een trend is een trend. Dit noemt men short gaan. Zo kunt u ook handelen in een dalende markt. U verkoopt aandelen die u niet heeft en koopt ze terug als ze een pak lager staan. Mocht het aandeel op een bodem staan als u het kocht, dan kunt u zich indekken door een calloptie te kopen. Deze optie stijgt in waarde als het aandeel stijgt. Hierdoor is "short gaan + calloptie" een bescherming tegen verlies. U werkt dan met een trailing stop kooporder om de andere adviezen toe te passen.
Met opties kunt u nog veel meer doen, zo is het mogelijk om volledige optiestrategieën uit te werken. Ik kan opnieuw een ellenlange lijst opsommen. Er bestaan wel honderd strategieën, met mooie namen als reverse ratio call spread, ongedekte variabele ratio call write, bullish call calendar spread en niet te vergeten de butterfly zowel in short als in long versie. Dit brengt ons naadloos bij mijn zesde beursadvies: Verdwaal niet op de beurs.
Dit advies maakt deel uit van een reeks van 10. Elk afzonderlijk hebben ze niet de waarde die ze verdienen. Advies 1 waarschuwde om bewust te beleggen en zo verlies te vermijden, advies 2,3 en 4 bespreken het kopen, houden en verkopen van aandelen. Advies 6 t.e.m. 10 zijn randadviezen, maar daarom niet minder belangrijk. De tien adviezen samen zullen u helpen de verliezen te beperken en hopelijk u in staat stellen om meer winst te maken.
Deze beursadviezen zijn persoonlijk. Reacties zijn dan ook welkom. Bent u het eens? Oneens? Of heeft u er een andere kijk op? Aarzel niet en reageer. Alleen zo worden we slimmer, zowel u als ik. Misschien is uw advies wel een beter advies!

vrijdag 9 januari 2009