In deel 1 werden 2 groepen voorgesteld: het publiek en de groep van de scheppers, deze laatste zijn best eens nader te onderzoeken. Zij bepalen immers hoeveel geld er in omloop is. Vooral omdat ze geld uit het niets kunnen scheppen, maakt hen verantwoordelijk voor de m3 (totale liquiditeitenmassa) of de hoeveelheid geld.
ECB Tower in Frankfurt
In het eerste deel kon u lezen dat men spreekt over primaire en secundaire banken.
De secundaire banken (veel spaar- en hypotheekbanken) kunnen nooit meer geld uitlenen dan dat zij zelf hebben gekregen van ander publiek via ingelegd spaargeld (spaarbanken) of via verkochte pandbrieven* (hypotheekbanken). Deze banken doen enkel aan kredietbemiddeling.
De primaire banken (b.v. KBC, DEXIA, ABN/AMRO, RABO, ING, SNS) zijn de geldscheppende banken, dat wil zeggen dat zij met een zekere kas een grotere girale geldhoeveelheid dan deze kas kunnen maken, via girale kredietverlening. Zij weten namelijk uit ervaring dat de rekeninghouders slechts een klein deel van hun geld in chartale (biljetten of munten) vorm komen opeisen en hebben dus geld ‘over’, waarmee ze een girale “zeepbel” kunnen opblazen, die echter ook niet te groot mag worden in verband met de vereiste liquiditeit ( een bank kan failliet gaan omdat zij niet aan de opvragingen van het publiek kan voldoen).
De primaire banken willen natuurlijk zoveel mogelijk giraal krediet verlenen om zoveel mogelijk rentewinst te maken. De Centrale Banken houden hen wel in de gaten (blijkbaar zitten er wel veel gaten in die gaten) dat ze niet teveel geld scheppen, in verband met inflatiegevaar. Dit systeem leidt tot fractioneel bankieren: door keer op keer verder uit te lenen op nieuw gecreëerd geld, kan men tot 9X meer geld scheppen dan er oorspronkelijk bestond. Dit geeft te denken hoe de m3 kan aangroeien en hoe onstabiel dit systeem is.
Een tweede schepper zijn de overheden. In de euro landen is overeengekomen dat elk land zelf zijn munten mag slaan (niet de centrale banken!). De hoeveelheid hangt af van de grootte van het land. Men mag dan ook verwachten dat in België en Nederland na verloop van tijd meer franse en duitse munten te vinden zullen zijn, gewoonweg omdat er van die laatste landen veel meer munten zijn. De totale waarde van deze munten schommelt rond de 20 miljard euro (2008). Munten maken slechts een heel klein gedeelte uit van de M3 en zijn te verwaarlozen.
De derde schepper zijn dan de centrale banken. De centrale banken drukken de bankbiljetten. De centrale banken beschikken ook over een strategische voorraad van biljetten die nog niet in omloop zijn, maar gebruikt kunnen worden in tijden van nood. Eind 2008 is er ongeveer 763 miljard euro aan biljetten in omloop. Dit lijkt veel maar is slechts een fractie van de M3.
Eigenlijk moeten we hier spreken over het Euro systeem. Die bestaat uit de ECB en alle centrale banken van de landen die de euro voeren. Die nationale centrale banken zijn niet onbelangrijk. Het zijn deze banken (en niet de ECB) die de bankbiljetten drukken, het geld transporteren, de voorraden beheren en de banken van hun land controleren. Zo is de de NBB (nationale bank van België) verantwoordelijk voor de belgische banken Dexia en Fortis. De NBB heeft Fortis van het faillissement gered door meer dan 100 miljard aan Fortis te lenen, toen in oktober 2008 alle andere banken hun geld uit Fortis terugtrokken. De DNB (de Nederlandse Bank) heeft dezelfde functie voor alle Nederlandse banken. De ECB geeft wel de richtlijnen voor de centrale banken en neemt de eindbeslissing bij de uitgifte van de biljetten. De voornaamste taak van het Euro Systeem is prijsstabiliteit.
Om u al een idee te geven van de hoeveelheid geld (M3) in de eurozone: het benadert de 10.000 miljard euro. Dat deze stijgend is, is een open deur intrappen. Wat dat voor gevolgen heeft ziet u in deel 3.
*Een pandbrief is een obligatie die door een hypotheekbank is uitgegeven. De door de hypotheekbank verstrekte hypotheken vormen het on derpandvan de obligatie. En die hypotheken zijn weer gedekt door hypothecair onderpand; vandaar de naam pandbrief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten