Net als bij George Parker kan men van Vandergucht zeggen: eens oplichter altijd oplichter. Vandergucht is op zijn eentje verantwoordelijk voor de strenge interne controles die alle banken in België hebben ingevoerd. Na zijn grote slag en vlucht in 1983 vond men hem pas in 1992 terug: Dood in zijn wagen in de Zuid-Franse badstad Nice. Officieel: hartstilstand. Nog voor zijn “grote slag” lichtte William Vandergucht tot 1977 al jaren zijn verzekeringsmaatschappij “De Vaderlandsche” op.
Zijn werkwijze:
1. Hij bedacht fictieve bedrijven waarmee hij contracten voor autoverzekeringen afsloot.
2. Hij stelde valse aangiften op van auto-ongelukken door deze onbestaande firma’s.
3. Maandelijks liet hij zich 3 à 4 miljoen frank uitbetalen. (100 000€)
4. Zo had hij tegen 1977 al 107 miljoen Belgische frank (2,6 miljoen euro) weten te incasseren.
Vandergucht werd in 1978 door de correctionele rechtbank tot vijf jaar celstraf veroordeeld wegens oplichting. Deze oplichtingszaak was een uitloper van een moordzaak, waarin hij hoofdverdachte was. Voor deze moord waren echter niet voldoende bewijzen en kon hij op miraculeuze wijze het hof van assisen ontlopen.
Vandergucht leed erg onder zijn celstraf en hij zon op wraak van zo gauw hij weer op vrije voeten was. Tijdens zijn gevangenschap leerde hij Guy Jespers kennen. Jespers was een onderzoeksrechter die in 1977 veroordeeld was wegens miljoenenfraude en een moordpoging op zijn vrouw (echte spitsbroeders dus). Jespers hertrouwde in de gevangenis met zijn maîtresse Ghislaine Clyncke, waar ook Vandergucht kennis mee maakte. Zij zou onderdeel worden van de grote slag die hij zou slaan.
Vandergucht wist in zijn cel, ongelooflijk maar waar, ook enkele blanco exemplaren van diplomatieke identiteitskaarten te bemachtigen. Zo kon hij zich later een andere identiteit aanmeten.
Toen hij weer vrijkwam, besloot hij een sluw plan ten uitvoer te brengen. Hij begon vriendschap op te bouwen met een bankdirecteur die al jarenlang voor de ASLK (Nu Fortis!) werkte. Vandergucht had de bankdirecteur uitgevraagd over de interne bankzaken en wijsgemaakt dat er een zeer groot bedrag op zijn rekening zou worden gestort. Hij eiste dat er voldoende cash geld in het kantoor aanwezig zou zijn. De bankdirecteur, onder de indruk van de persoon Vandergucht, ging akkoord.
Inmiddels schreef Jespers’ echtgenote, Ghislaine Clyncke, aan Vandergucht een cheque van 10.000 frank uit. Hij schreef respectievelijk een 9, een 6 en tenslotte een 7 ervoor en veranderde daardoor het bedrag in 76.910.000 Belgische frank (2 miljoen euro). Dit bedrag ging hij op 1 april! 1983 bij het ASLK filiaal te Gent innen. Deze bank was toen nog een staatsinstelling en Vandergucht koos deze omdat hij zich op de Belgische staat wou wreken. Vandergucht had het slim gespeeld. Doordat hij alle interne procédures kende, wist hij dat de cheque, die hij in een ander filiaal van de ASLK op zijn rekening liet zetten, niet meer die dag (Goede Vrijdag) zou “gecheckt” worden. In het ASLK filiaal nam hij doodleuk en met de grote trom (zijn vriend bankier had zelfs voor extra bewaking gezorgd!) het cash geld in ontvangst die op zijn rekening stond.
Diezelfde vrijdag nog verdween Vandergucht spoorloos met een vals paspoort en 76 miljoen Belgische frank. Vanwege het lange paasweekend duurde het tot dinsdag voor de bank ontdekte dat de cheque ongedekt was. De zaak werd pas afgesloten in 1992 toen men hem dood in Nice terugvond.
Kent er iemand de ludiekste Nederlandse oplichter? Ik hoor het graag van de Nederlandse lezers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten