dinsdag 31 maart 2009

De kredietcrisis (4): De toverdoos wordt een bompakket

In de vorige artikels over de kredietcrisis werd al aangehaald dat er vooral één financieel product verantwoordelijk is voor de crisis: CDO of collateralized debt obligation. Jarenlang was dit product een toverdoos om hogere rendementen te behalen. Toen de stijging van de huizenprijzen omsloeg in een daling werd de toverdoos een bompakket.

Het ontstaan van de toverdoos werd besproken in deel 3 (en 3bis) van de kredietcrisis. Kort samengevat zijn CDO's gesecuriseerde covered bonds (obligaties met een verhoogde zekerheid). Securisatie: Het direct doorverkopen van activa (hier hypotheekleningen) als effecten (hier covered bonds) met toekomstige kasstromen (hier afbetalingen van hypotheekleningen).

Het speciale karakter van de CDO, namelijk het in tranches verdelen -wat het onderscheidt van de gewone covered bond-, was een "godsgeschenk". De tranches werden zo verdeeld dat er voor iedere tranche een vragende partij was. Hierdoor was het product zo succesvol dat het aanbod de vraag niet kon volgen. Het was tevens zo wijdverspreid geworden dat de kopers te weinig aandacht besteedden aan de veranderde inhoud van de CDO. Wat oorspronkelijk een goed renderend product was, veranderde door onder meer de subprime leningen in een product met een brandende lont aan.

Uiteraard is Greenspan schuldig. Niet alleen door de rente veel te laag te leggen, maar ook door deze nadien te snel op te trekken. Deze kortzichtige politiek maakte de weg vrij voor deze crisis. De ingrepen door de Fed in de rente zijn zeer negatief geworden voor de economie op langere termijn. Eveneens is het juist dat er hierdoor een vastgoedzeepbel is ontstaan. De stijgende huizenprijzen, de laksheid qua kredietwaardigheid van de hypotheeknemers en de enorme vraag naar CDO's hebben geleid tot het toekennen van subprime leningen.

prent Bas Vanderschot

De CDO's met als onderpand de subprime leningen zijn als eerste onderuitgegaan toen de omslag kwam in de huizenprijzen. Laten we zo een CDO bekijken:

Eerst en vooral werden een groot aantal hypotheekvorderingen gebundeld in een pakket (met als bedoeling er een toverdoos van te maken). Deze bundeling werd groot genoeg gemaakt, liefst meer dan 1 miljard dollar, zodat ze geschikt waren voor verkoop aan grote investeerders. Dit groot pakket werd (door)verkocht aan een SPV (special purpose vehicle). Deze rechtspersoon werd meestal door een bank opgericht en had als voordeel een grotere zekerheid voor de uit te geven obligaties en een balansverkorting van de bank (zie deel 3). Om deze aankoop te financieren, gaf de SPV drie types obligaties uit:

De senior bonds, de mezzanine bonds en de equity tranche. Dit is typisch CDO. Wanneer de aflossingen van de hypotheken binnenkwamen, werden die gebruikt om eerst en vooral de administratiekosten van de SPV te betalen en vervolgens in die volgorde de seniors, de mezzanine en de equity tranches.

De equity tranche was de meest risicovolle want het kwam helemaal achteraan bij de betalingen. In Europa is deze tranche veelal in het bezit van de oprichtende bank van de SPV, in de vorm van een achtergestelde lening. In Amerika echter verkocht men de equity tranche aan hedgefunds (soms ook gelieerd aan de oprichtende bank) tegen hoge rente. Het was dan ook niet verwonderlijk dat deze onderste tranches zeer snel in de problemen kwamen bij de eerste onheilsberichten van de subprime leningen. Daarom werd bij het begin van de crisis met alle vingers naar de hedgefunds gewezen als hoofdschuldige, grotendeels onterecht.

De mezzanine bonds gingen ook vlot over de toonbank omdat hun rendement zeer behoorlijk was, vooral banken/vermogenbeheerders wereldwijd waren kopende partij. De seniors (meeste veilige) werden opgekocht door pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Hun rendement was het kleinst van de drie maar ruimschoots hoger dan de toen geldende Fedrente. Deze laatste groep van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen waren de grote oorzaak van de enorme vraag naar CDO's, ze hadden nu éénmaal een berg cash te investeren. Bovendien kon men met behulp van Credit Default Swaps de risico's spreiden of doorschuiven. De bomen zouden voor minder tot in de hemel groeien.

Aan deze verschillende tranches waren aparte kredietratings toegekend: van zeer veilig tot riskant. De ratingbureaus hebben hier fouten gemaakt. Enerzijds lagen de ratings te hoog en anderzijds had men totaal geen rekening gehouden dat, toen de huizenprijzen aan hun daling begonnen en meer en meer hypotheken niet meer terugbetaald werden, de CDO's illiquide werden. Ze waren zo goed als onverkoopbaar geworden. Op dat moment was het nauwelijks nog mogelijk om een waardebepaling voor de CDO's te geven, van een beursnotering was immer geen sprake. Deze onzekerheid was moordend voor het financieel systeem. Banken vertrouwden elkaar niet meer en vele banken kwamen in liquiditeitsproblemen door het stilvallen van de interbancaire leningen en het massaal afhalen van geld door hun klanten. CDO's waren een bompakket geworden. Hierdoor kwamen de oorspronkelijke ratings als een boemerang terug in hun gezicht. Geen enkele rating wordt nu nog "au serieux" genomen.

Waren het in eerste instantie de equity tranches die in problemen kwamen, de aanhoudende huizenprijsdaling zorgde dat ook de mezzanine bonds en uiteindelijk ook de senior bonds in problemen kwamen. Uiteindelijk werd een CDO als een giftig product beschouwd, zelfs al was het onderpand geen subprime hypotheken. De economische crisis die eruit volgde met grote werkloosheid maakte ook andere schuldpaketten problematisch. Gewone hypotheekleningen, kredietkaartschulden en autoleningen worden alsmaar moeilijker terugbetaald. Ook van deze schulden zijn CDO's gemaakt.

De totale verliezen op dit ogenblik zijn volgens een berekening van Prof. Oscar Couwenberg: hypotheekschulden: 500 miljard, andere schulden (autoleningen en kredietkaartschulden) 50 miljard, commercieel onroerend goed 180 miljard, CDO's 600 à 1200 miljard en CDS 250 miljard. Opmerking hierbij is dat men niet zomaar alle getallen mag optellen. Sommige verliezen kunnen dubbel geteld zijn. Dit toont aan hoe moeilijk alles te becijferen valt. Grosso modo staat de totale teller tussen de 1 en 2 biljoen dollar (of trillion dollar in angelsaksiche eenheid). Deze cijfers zijn echter nog niet het einde van het verhaal. Nu de economie in snel tempo verslechtert en de huizenprijzen nog altijd dalend zijn, zal de schade zeker en vast nog verder oplopen.

De grote hamvraag is of men deze crisis op de juiste manier aan het oplossen is. Is er een betere? En wat zijn de gevolgen van de huidige oplossing? Hierover gaat deel 5.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten