dinsdag 31 maart 2009

De kredietcrisis (4): De toverdoos wordt een bompakket

In de vorige artikels over de kredietcrisis werd al aangehaald dat er vooral één financieel product verantwoordelijk is voor de crisis: CDO of collateralized debt obligation. Jarenlang was dit product een toverdoos om hogere rendementen te behalen. Toen de stijging van de huizenprijzen omsloeg in een daling werd de toverdoos een bompakket.

Het ontstaan van de toverdoos werd besproken in deel 3 (en 3bis) van de kredietcrisis. Kort samengevat zijn CDO's gesecuriseerde covered bonds (obligaties met een verhoogde zekerheid). Securisatie: Het direct doorverkopen van activa (hier hypotheekleningen) als effecten (hier covered bonds) met toekomstige kasstromen (hier afbetalingen van hypotheekleningen).

Het speciale karakter van de CDO, namelijk het in tranches verdelen -wat het onderscheidt van de gewone covered bond-, was een "godsgeschenk". De tranches werden zo verdeeld dat er voor iedere tranche een vragende partij was. Hierdoor was het product zo succesvol dat het aanbod de vraag niet kon volgen. Het was tevens zo wijdverspreid geworden dat de kopers te weinig aandacht besteedden aan de veranderde inhoud van de CDO. Wat oorspronkelijk een goed renderend product was, veranderde door onder meer de subprime leningen in een product met een brandende lont aan.

Uiteraard is Greenspan schuldig. Niet alleen door de rente veel te laag te leggen, maar ook door deze nadien te snel op te trekken. Deze kortzichtige politiek maakte de weg vrij voor deze crisis. De ingrepen door de Fed in de rente zijn zeer negatief geworden voor de economie op langere termijn. Eveneens is het juist dat er hierdoor een vastgoedzeepbel is ontstaan. De stijgende huizenprijzen, de laksheid qua kredietwaardigheid van de hypotheeknemers en de enorme vraag naar CDO's hebben geleid tot het toekennen van subprime leningen.

prent Bas Vanderschot

De CDO's met als onderpand de subprime leningen zijn als eerste onderuitgegaan toen de omslag kwam in de huizenprijzen. Laten we zo een CDO bekijken:

Eerst en vooral werden een groot aantal hypotheekvorderingen gebundeld in een pakket (met als bedoeling er een toverdoos van te maken). Deze bundeling werd groot genoeg gemaakt, liefst meer dan 1 miljard dollar, zodat ze geschikt waren voor verkoop aan grote investeerders. Dit groot pakket werd (door)verkocht aan een SPV (special purpose vehicle). Deze rechtspersoon werd meestal door een bank opgericht en had als voordeel een grotere zekerheid voor de uit te geven obligaties en een balansverkorting van de bank (zie deel 3). Om deze aankoop te financieren, gaf de SPV drie types obligaties uit:

De senior bonds, de mezzanine bonds en de equity tranche. Dit is typisch CDO. Wanneer de aflossingen van de hypotheken binnenkwamen, werden die gebruikt om eerst en vooral de administratiekosten van de SPV te betalen en vervolgens in die volgorde de seniors, de mezzanine en de equity tranches.

De equity tranche was de meest risicovolle want het kwam helemaal achteraan bij de betalingen. In Europa is deze tranche veelal in het bezit van de oprichtende bank van de SPV, in de vorm van een achtergestelde lening. In Amerika echter verkocht men de equity tranche aan hedgefunds (soms ook gelieerd aan de oprichtende bank) tegen hoge rente. Het was dan ook niet verwonderlijk dat deze onderste tranches zeer snel in de problemen kwamen bij de eerste onheilsberichten van de subprime leningen. Daarom werd bij het begin van de crisis met alle vingers naar de hedgefunds gewezen als hoofdschuldige, grotendeels onterecht.

De mezzanine bonds gingen ook vlot over de toonbank omdat hun rendement zeer behoorlijk was, vooral banken/vermogenbeheerders wereldwijd waren kopende partij. De seniors (meeste veilige) werden opgekocht door pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Hun rendement was het kleinst van de drie maar ruimschoots hoger dan de toen geldende Fedrente. Deze laatste groep van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen waren de grote oorzaak van de enorme vraag naar CDO's, ze hadden nu éénmaal een berg cash te investeren. Bovendien kon men met behulp van Credit Default Swaps de risico's spreiden of doorschuiven. De bomen zouden voor minder tot in de hemel groeien.

Aan deze verschillende tranches waren aparte kredietratings toegekend: van zeer veilig tot riskant. De ratingbureaus hebben hier fouten gemaakt. Enerzijds lagen de ratings te hoog en anderzijds had men totaal geen rekening gehouden dat, toen de huizenprijzen aan hun daling begonnen en meer en meer hypotheken niet meer terugbetaald werden, de CDO's illiquide werden. Ze waren zo goed als onverkoopbaar geworden. Op dat moment was het nauwelijks nog mogelijk om een waardebepaling voor de CDO's te geven, van een beursnotering was immer geen sprake. Deze onzekerheid was moordend voor het financieel systeem. Banken vertrouwden elkaar niet meer en vele banken kwamen in liquiditeitsproblemen door het stilvallen van de interbancaire leningen en het massaal afhalen van geld door hun klanten. CDO's waren een bompakket geworden. Hierdoor kwamen de oorspronkelijke ratings als een boemerang terug in hun gezicht. Geen enkele rating wordt nu nog "au serieux" genomen.

Waren het in eerste instantie de equity tranches die in problemen kwamen, de aanhoudende huizenprijsdaling zorgde dat ook de mezzanine bonds en uiteindelijk ook de senior bonds in problemen kwamen. Uiteindelijk werd een CDO als een giftig product beschouwd, zelfs al was het onderpand geen subprime hypotheken. De economische crisis die eruit volgde met grote werkloosheid maakte ook andere schuldpaketten problematisch. Gewone hypotheekleningen, kredietkaartschulden en autoleningen worden alsmaar moeilijker terugbetaald. Ook van deze schulden zijn CDO's gemaakt.

De totale verliezen op dit ogenblik zijn volgens een berekening van Prof. Oscar Couwenberg: hypotheekschulden: 500 miljard, andere schulden (autoleningen en kredietkaartschulden) 50 miljard, commercieel onroerend goed 180 miljard, CDO's 600 à 1200 miljard en CDS 250 miljard. Opmerking hierbij is dat men niet zomaar alle getallen mag optellen. Sommige verliezen kunnen dubbel geteld zijn. Dit toont aan hoe moeilijk alles te becijferen valt. Grosso modo staat de totale teller tussen de 1 en 2 biljoen dollar (of trillion dollar in angelsaksiche eenheid). Deze cijfers zijn echter nog niet het einde van het verhaal. Nu de economie in snel tempo verslechtert en de huizenprijzen nog altijd dalend zijn, zal de schade zeker en vast nog verder oplopen.

De grote hamvraag is of men deze crisis op de juiste manier aan het oplossen is. Is er een betere? En wat zijn de gevolgen van de huidige oplossing? Hierover gaat deel 5.

zaterdag 28 maart 2009

De kredietcrisis (3bis): Het ontstaan van de toverdoos: CDO en CDS

Aanluitend aan de artikels over de kredietcrisis ( zie deel 1,2 en 3) is misschien wel het meest pikante verhaal wie de CDO uitgevonden heeft. Voor de believers van de Zeitgeistmovies is dit spek voor hun bek. De CDO is namelijk de wereld ingestuurd vanuit één van de Federal Reserve eigenaars.

Om met de deur in huis te vallen: De Britse econome Blythe Masters wordt aangewezen als de schuldige. Ze was (is) één van de machtigste vrouwen van Wall Street. Als één van de leden van de "JP Morgan maffia" wordt de Britse beschouwd als de verantwoordelijke voor de creatie van zowel de CDS (Credit Default Swap) als de CDO.

We spreken 1995-97. Het kan niet ontkend worden dat vooral bij JP Morgan een enorme drift was in het ontwikkelen van kredietderivaten. Hoewel Blythe Masters (CFO van de investment bank bij JP Morgan) alles nuanceert en beweert dat deze producten later misbruikt zijn geworden, moet dit toch gerelativeerd worden.

Van in het begin was het de bedoeling om risico's te spreiden (lees verspreiden). Eén van de ontwikkelde spitsvondigheden was het buiten de balans houden van kredietrisico's bij de banken. Dat hier een begin gemaakt werd met het om de tuin leiden van o.a. ratingsbureaus, verzekeringsmaatschappijen en beleggers, doet veel vragen rijzen over hun integriteit. Van meet af aan stuurde men aan op formules om de leningscapaciteit zo groot mogelijk te houden en trucjes te verzinnen om de risico's buiten beeld te houden. Dit maakte het voor de banken mogelijk om veel lagere reserves aan te houden wat tot de gekende onstabiliteit van de banken heeft geleid. Een groot deel van de risico's werd afgewenteld op verzekeringsmaatschappijen die zich niet bewust van de gevaren waren.

De Credit Default Swap is een mooi voorbeeld van het spreiden van risico's. Wie geen vertrouwen had in de gekochte obligaties kon deze laten verzekeren door een CDS. De obligatiehouder staat dan een gedeelte van zijn obligatierendement af in ruil voor de verzekering (CDS) bij niet-betaling. Dit maakte de weg vrij voor de ongebreidelde groei van de CDO's daar het risico afgedekt was. De swaps werden verder doorverkocht als een op zichzelf staand product die de risico's van de terugbetaling van schulden moest inschatten. Uiteindelijk werden ze een speculatief product vergelijkbaar met opties. Daar men van veel te gunstige historisch cijfermateriaal uitging, was de ravage enorm toen de vastgoedzeepbel uiteenspatte. De totale uitstaande CD swaps is nog altijd min of meer verborgen. Men spreekt van tientallen duizenden miljarden dollars tot honderd duizenden miljarden dollars (=? x 10 000 000 000 000 dollar). Het is daardoor niet verwonderlijk dat het hele financiële systeem davert op zijn grondvesten.

Vanaf 2003 kenden de CDS en CDO's hun boom en kwamen tot hun hoogtepunt in 2005/6. Nauwelijks een jaar later begonnen de grote problemen. De kans is groot dat CD swaps gereguleerd zullen worden (men zal moeten bewijzen dat er daadwerkelijk obligaties mee verzekerd zijn en niet pure speculatie) en wellicht behoren CDO's in de huidige vorm definitief tot het verleden.

Nog een detail: B. Masters is ook voorzitster van The Securities Industrie and Financial Markets Association (SIFMA), mededirecteur en sponsor waren ... de broertjes Madoff.

Tot slot: Als je de lijn doortrekt van Warren Buffett's uitspraak dat derivaten massavernietigingswapens zijn, dan mag je Blythe Masters omschrijven als één van de destroyers van deze wereld die deze wapens heeft gecreëerd.

100 jaar geleden werd JP Morgan's rol in de economie groter geacht dan de federale regering, een overtuiging die deze politieke spotprent met een reus Morgan en kleinere Uncle Sam illustreert. Zou er intussen al iets veranderd zijn?

woensdag 25 maart 2009

De kredietcrisis (3): Het ontstaan van de toverdoos

In deel 1 van de kredietcrisis is duidelijk geworden dat Greenspan de oorzaak was van de huidige economische problemen door begin deze eeuw de rente te verlagen naar 1%. Hierdoor is er een vastgoedzeepbel kunnen ontstaan die, toen ze uiteenspatte, de financiële en economische crisis in gang heeft gezet. De zeepbel kon groeien dankzij een financieel product: Collateralized debt obligation.

U merkt het al: Collateralized debt obligation is een moeilijke naam voor een moeilijk product en dit is nu kenmerkend voor de financiële sector. Waar in de wetenschappen alles helder en éénduidig moet zijn, is dit in de financiële wereld allerminst.

Zo had je ooit verschillende reclamecampagne's van banken voor rente op een spaarrekening: 2%+2%. Een eenvoudig rekensommetje, waarbij je ervan uitgaat dat de oplossing van de som 4% is. Niet zo voor een bank, want daar is 2+2=3. De uitleg is eenvoudig. De eerste 2% staat voor de basisrente en de tweede 2% voor de aangroeipremie. Daar deze laatste slechts geldt voor de eerste 6 maanden, betekent dit op jaarbasis 1%, waardoor je slechts aan 3% komt. Pas op: indien u tijdelijk (al was het maar 1 dag) uw geld afhaalde dan kreeg je slechts 2% (dan is 2+2=2). Kortom de financiële sector moet het dikwijls hebben van bedrog (kleine lettertjes).

Daarom ook het gebruik van moeilijke woorden en gigantische ingewikkelde constructies tot ... ze er zelf geen wijs meer uitraakten. Daarom zullen we verder de "Collateralized debt obligation" bespreken als CDO, kwestie van niet in dezelfde val te trappen.

De CDO is 1 van de 101 financiële producten die gegroeid zijn uit wat men kan omschrijven als covered bonds en securisatie. Aanvankelijk waren dit uitstekende financiële producten die decennialang een enorme meerwaarde hadden voor de economie. Zowel de covered bond als het systeem van securisatie waren de smeermiddelen voor de economie. Maar zoals het altijd gaat, worden goede producten misbruikt door mensen voor wie genoeg nooit genoeg is.

Securisatie is een techniek waarbij activa (bvb. hypothecaire vorderingen) worden samengevoegd en verkocht als verhandelbare effecten (bvb. obligaties, covered bonds: zie verder).

Als voorwaarde wordt gesteld dat de activa homogeen is: de activa mag geen allegaartje zijn, maar bvb. uitsluitend uit particuliere hypotheekleningen bestaan, tevens moeten ze een constante stroom inkomsten genereren. De maandelijkse hypotheekafbetalingen zijn perfect hiervoor. Securisatie heeft veel voordelen:

Door de activa NU te verkopen, hoeft men niet te wachten tot alle leningen afbetaald zijn om het uitgeleende geld terug te hebben.

  1. Hierdoor verkleint men het risico op wanbetaling (men schuift het risico door naar de koper van de obligaties).
  2. Het geld van de verkoop kan men gebruiken om nieuwe, meer rendabele projecten op te starten of
  3. om zijn eventuele liquiditeitsproblemen op te lossen. (onmiddellijk beschikbaar cash geld).
  4. Een laatste voordeel voor een bank is het verbeteren van zijn Tier 1 ratio (zie kredietcrisis deel 2). Door uitstaande schulden te verkopen, verkort de bank zijn balans: vreemd vermogen daalt ten opzichte van zijn eigen vermogen en verhoogt daardoor de Tier 1 ratio.

De bekendste soort securisatie is de Residential Mortgage Backed Security (RMBS). Vertaald wordt dit: Financieel instrument waarbij particuliere hypotheken dienen als onderpand om een kasstroom te genereren. Ook het toverproduct CDO is een securisatie.

Een covered bond (= letterlijk: een gedekte obligatie) heeft als meerwaarde dat de houders van deze obligatie een extra zekerheid krijgen. dit gebeurt door een juridische en organisatorische versterking voor de obligatiehouders. Bij een gewone bedrijfsobligatie is de kans groot dat bij een faling van het bedrijf de obligaties waardeloos worden en uw geld verloren is.

Een eerste zekerheid is het oprichten van een Trustee. Deze laatste is de overkoepelende verantwoordelijke van alle obligatiehouders. Dit heeft als voordeel dat bij een faling van de uitgever (bvb. een bank) van de obligaties, deze trustee in de plaats ervan komt waardoor de uitbetalingen gewoon verder kunnen gaan. Stel dat de obligaties als onderpand hypotheekleningen hebben, dan worden bij faling van de bank de aflossingen van deze hypotheken aan de Trustee betaald. Voor de afbetalers(debiteuren) van de leningen verandert er dan juridisch niets. Zo ontstaat Bankrupty remoteness (onafhankelijk van faling).

Een tweede zekerheid kan zijn dat de houders van covered bonds een voordeel in rangorde krijgen. Bij problemen komen zij op de eerste plaats voor uitbetaling. De nadelen van covered bonds zijn:

  1. De nogal ingewikkelde juridische leningscondities
  2. Een lager rendement (de wet van minder risico = minder rendement).

Het voordeel is dan logischerwijze een hogere kredietrating en dus een betere verkoopbaarheid.

Men kan ook nog een stap verdergaan. Er wordt een nieuwe entiteit opgericht die de obligaties uitgeeft. Het is dan niet meer de bank (originator) maar een "special purpose vehicle" of SPV (=issuer) die de uitgever wordt. De bank blijft hypotheken verstrekken maar verkoopt die dan door aan de SPV.

De bank zorgt dan voor de administratie en meestal een achtergestelde! lening voor de SPV, zodat deze middelen heeft om te werken en eventuele vertragingen in afbetalingen van de hyptheekleningen kan opvangen. De SPV betaalt dan de hypotheekleningen aan de bank door het uitgeven van covered bonds. De trustee (verantwoordelijke van alle obligatiehouders) heeft dan vooral als taak deze SPV te controleren op alle administratieve en juridische bepalingen waaronder deze SPV opgericht is.

Het grote voordeel is dat men een perfecte "bankrupty remoteness" heeft en dat de bank deze leningen buiten hun balans kunnen houden. Ze hoeven dan geen kapitaal aan te houden om deze activa af te dekken. Daarmee zijn ze echter niet volledig buiten schot. Het feit dat ze een achtergestelde lening hebben toegekend aan de SPV, staan ze wel op de laatste plaats voor geld te krijgen bij betalingsproblemen van de debiteuren. De Fortisholding is eveneens de "trotse" bezitter van een SVP.

Een CDO is een obligatie securisatie, die zich onderscheid van de gewone covered bond, doordat er een rangorde wordt bepaald voor de terugbetaling van de schuld aan de obligatiehouders. Deze rangorde is van zeer groot belang en is HET typische kenmerk van een CDO. Het product CDO is misbruikt om de subprime leningen te kunnen laten plaatsvinden. Dit maakt het toverproduct CDO tot een hoofdverantwoordlijke van de kredietcrisis. Zie hiervoor deel 4 van "de kredietcrisis".

zondag 22 maart 2009

Beursadvies nr.7 : Opgelet met Banken en Media

Zoals gemeld in beursadvies nr.6 is het het niet onverstandig te bekijken welke raad je mag opvolgen en welke niet. Vooral de oppervlakkigheid van de media en de gestuurde adviezen van banken dienen in het oog gehouden te worden.

1. Gestuurde Bankadviezen

De adviezen van bankanalisten heb ik al lange tijd gelaten voor wat ze zijn. Ze veroorzaken vooral lemmingengedrag (des mensen) en zijn meestal veel te laat. Pas op: de analyses die ze maken zijn zeker de moeite waard om te lezen. Je doet er vooral kennis mee op (beursadvies nr.6). Hoedt u echter voor de conclusies. Weet dat iedereen dit leest en de analyses zijn meestal al lang in de koersen verwerkt.

Het grootste probleem zit hem echter in de onafhankelijkheid van de analisten. Deze worden betaald door hun werkgever (bank of andere instelling) en indien ze het al zouden willen, kunnen ze moeilijk tegen het belang van hun werkgever ingaan. Je moet er dan ook terdege rekening mee houden dat bankadviezen opgelegd of gestuurd kunnen zijn en niet altijd de realiteit weergeven. Zo bestaan er regelrecht gesponsorde campagnes om een bedrijf in een positief daglicht te stellen. 2 voorbeelden:

1.Bedrijf A is grote klant bij Bank B. Met grote klant bedoel ik: het bedrijf A heeft enorme leningen openstaan bij Bank B. Bedrijf A doet het niet zo goed en wil een extra budget (opnieuw een lening). Zowel bedrijf als bank hebben alle belang bij positieve berichten over het bedijf, want de bank wil in eerste instantie zaken doen, maar vooral ook dat zijn leningen terug betaald worden. Zal deze bank dan toelaten dat zijn analist dit bedrijf de vernieling in schrijft en een verkoopadvies afgeeft? Nee, natuurlijk niet. Zal het bedrijf niet aansturen op ontslag van deze analist of de relatie met de bank afbouwen? Het antwoord is JA. Met andere woorden zowel de bank als de analist (door zijn afhankelijkheid) zullen de zaken positiever voorstellen dan ze zijn.

2.Opnieuw een grote klant van de bank komt met een groot pak aandelen die hij wil verkopen aan een goede prijs. Deze zet dan de bank(analist) letterlijk onder druk om positief te zijn over een bepaald aandeel. Dan ontstaat de kans dat u als onwetende een pakket aandelen aanbevolen wordt door de bank, waarvan ze zelf de verkoper is! Zo was er ooit een analist Henry Blodget (Merryl Lynch - ook reeds op de klippen), bijgenaamd King Henry. Zijn officieel advies voor bepaalde aandelen luidde: bijkopen voor de korte en lange termijn. In zijn interne mail voor grote klanten kon men lezen: deze aandelen zijn "piece of shit" (gelieve zelf te vertalen).

Eén van de meest gebruikte adviezen van bankanalisten is HOUDEN. Als je dit ontleedt, kom je tot de volgende conclusie: Voor wie geen aandelen heeft, betekent dit :NIET-Kopen, voor wie er wel heeft: NIET-Verkopen. Dit is tegenstrijdig en wilt eigenlijk zeggen dat het aandeel weinig opwaarts koerspotentieel heeft (er zijn geen kopers want het advies is niet-kopen). Houden is eigenlijk een verbloemde term voor Verkopen.

Market under-/outperform zijn ook zo'n geliefkoosde termen. Wat ben je daarmee? Outperform klinkt veelbelovend, maar als de markt -50% is, wat betekent dan outperform: -35%?. Ooit waren de adviezen voor GM underperform en voor Renault outperform voor de autosector. Deze adviezen zijn nog altijd min of meer juist, want: GM is officieus al lang failliet (ze gaan naar -100%) en Renault "outperformed" op -90% van zijn top.

2. De OPPERVLAKKIGHEID

Als je weet dat de voornaamste bedoeling van de media is: het verkopen van hun tijdschriften en kranten, dan weet je dat de inhoud niet altijd op de eerste plaats komt. Deze kranten en tijdschriften moeten vooral opgevuld worden en kennen meestal een deadline voor de artikels. Deze bulken dan van de oppervlakkigheid en zelfs onjuiste informatie. Het is eigen aan journalisten dat ze menen het beter te weten dan de geïnterviewde zelf. Niet zelden blijkt het artikel niet de juiste weergave van het interview te zijn. De journalist doet niet altijd de moeite om de juiste toedracht te willen begrijpen of verspreiden.

Ter staving 2 voorbeelden:

Vandaag lees ik in een Amerikaans tijdschrift dat Europa er veel slechter voorstaat dan Amerika. Men schrijft letterlijk dat de problemen in Europa 20X groter zijn dan in Amerika. De in de herfst goedgekeurde bailout van 0,7 triljoen dollar is slechts een peulschil van wat Europa nodig heeft: 14 triljoen dollar. Met andere woorden: Amerikanen don't panic and feel good, kijk naar Europa: daar zijn er pas problemen. Tja, lees ik niet net het omgekeerde in de Europese pers? Nochtans bespreken ze dezelfde feiten. Gekleurde artikels is het minste wat je ervan mag zeggen. De waarheid is dat beide continenten er even erg aan toe zijn.

Soms gebeurt het dat ik een oud tijdschrift doorblader, je weet nooit waarvoor het interessant is. Zo vond ik recent een tijdschrift terug van de belangrijkste financiële media in België. Datum:mei 2007. Hierin staat een interview met Bill Miller (versloeg 15 opeenvolgende jaren de beursindex en is fondsbeheerder). Zowel op de voorpagina, als op de eerste pagina, als de kop van het artikel stond: Amerikaanse aandelen zijn 15% ondergewaardeerd. Wie enkel en alleen op deze titel afging en zwaar in deze aandelen investeerde, zal van een zeer kale kermis thuisgekomen zijn. Tevens zou je, ondanks zijn verdiensten, Miller kunnen klasseren in de groep van gevallen beursgoeroes.

Het grappige echter is dat nergens in het artikel zelf deze uitspraak vermeld staat. Het is dus gissen of Bill Miller dat wel gezegd heeft. Hij is inderdaad op dat moment (april 2007) nog altijd positief over aandelen, maar waarschuwde ook dat de grondstoffenhausse op zijn einde liep en dat zich een vastgoedzeepbel in Amerika aan het ontwikkelen was. Miller blijkt dan toch klaar te zien. Je kan besluiten dat de journalist zich alvast zwaar vergist heeft in wat het belangrijkste was van het interview.

Verder in hetzelfde tijdschrift lees ik ook nog de lof over bankaandelen (er komt een grote consolidatie aan, inderdaad :-) ) met een groot stijgingspotentieel. Het kan verkeren, zei er ooit iemand.

Het is duidelijk: klakkeloos adviezen of tips navolgen, kan u zuur opbreken. In advies nummer 8 bespreek ik wie wel iets interessants te vertellen heeft.

Dit advies maakt deel uit van een reeks van 10. Elk afzonderlijk hebben ze niet de waarde die ze verdienen. Advies 1 waarschuwt om bewust te beleggen en zo verlies te vermijden, advies 2,3 en 4 bespreken het kopen, bijhouden en verkopen van aandelen, advies nr.5 toont aan dat opties u daarbij kunnen helpen. Advies 6 t.e.m. 10 zijn randadviezen, maar daarom niet minder belangrijk. Advies 6 handelt over kennis, orde en dicipline. Advies 7 bespreekt naar wie u niet moet luisteren en 8 naar wie wel. De tien adviezen samen zullen u helpen de verliezen te beperken en hopelijk u in staat te stellen om meer winst te maken.

Deze beursadviezen zijn persoonlijk. Reacties zijn dan ook welkom. Bent u het eens? Oneens? Of heeft u er een andere kijk op? Aarzel niet en reageer. Alleen zo worden we slimmer, zowel u als ik. Misschien is uw advies wel een beter advies!

zondag 15 maart 2009

De kredietcrisis (2): De Tier 1 ratio

Sinds de kredietcrisis valt met de regelmaat van de klok het begrip Tier 1-ratio, dit is vakjargon voor het kernvermogen van een onderneming uitgedrukt als percentage van het vreemd vermogen. Het kernvermogen is het aandelenkapitaal plus de reserves van een onderneming. Het vreemd vermogen is het totaal van schulden die een onderneming heeft. Maar voor alle duidelijkheid: deze term is voornamelijk in het nieuws als het over banken gaat.

De tier 1 ratio van een bank is dan de verhouding tussen enerzijds het kapitaal (gestort door de aandeelhouders) plus langlopende achtergestelde leningen en anderzijds de risicogewogen activa (=uitstaande kredieten).

De toezichthouders eisen een Tier-1-ratio van minstens 4%, maar banken streven vaak zelf naar een (veel) hoger percentage. De tier 1-ratio is met name voor banken onderling een belangrijke maatstaf voor het vertrouwen dat ze in elkaar hebben om elkaar geld uit te lenen.

Vooral in onzekere tijden zoals nu is de Tier 1 ratio van groot belang. Een hoge Tier 1 ratio geeft aan dat een bank een relatief groot eigen vermogen achter de hand heeft en dit beschermt hen tegen verliezen. Hierdoor zullen andere banken makkelijker geld uitlenen aan een bank met een hoge Tier 1-ratio, waardoor deze bank dan weer gemakkelijker hypotheken en andere kredieten kan verstrekken.

Vandaar ook dat een bank met een dalende ratio een prooi wordt van hedgefunds. Door het shorten leggen ze het er vingerdik op dat een bank mogelijks problemen zal kennen. Hierdoor verliest zo'n bank het broodnodige vertrouwen, bevriest het interbancaire uitlenen, halen klanten massaal geld weg en komt de bank in liquiditeitsproblemen. Zo zorgen de hedgefunds voor hun eigen gelijk.

De meeste landen hebben het shorten van bankaandelen verboden. Het enige resultaat dat hiermee bereikt is, is een marktverstoring want de meeste bankaandelen staan, ondanks het shortverbod, op hun allerlaagste punt ooit.

Op een bijeenkomst in Basel heeft de bancaire sector afgesproken dat een bank minimaal een Tier 1-ratio dient te hebben van 9,1%. Wanneer een bank hieronder komt dan dient het actie te ondernemen. Feitelijk zijn er dan twee mogelijkheden:

1.Hun eigen vermogen verhogen door:

  • onderdelen te verkopen
  • nieuw kapitaal aantrekken door bijvoorbeeld een emissie (nieuwe aandelen uitgeven)
  • het uitschrijven van een (achtergestelde) obligatielening.

2. Het afstoten van uitstaande kredieten of ander risicodragende activa.

Dit laatste wordt ten stelligste ontkend door bankiers. Logisch want dat is eigenlijk hetzelfde als een bakker die zegt dat hij minder brood wil verkopen. Dat trekt geen klanten aan natuurlijk. De praktijk wijst uit dat banken hierover liegen. Het lenen van geld is sedert de kredietproblemen veel moeilijker geworden doordat de banken veel meer eisen stellen.

Ook de renteverlagingen door de centrale banken worden nauwelijks doorgerekend. Op zich is hier niets mis mee, maar dit kan wel een economische ramp worden voor zelfs goeddraaiende bedrijven die om geld verlegen zitten (onder andere door vertraagde betalingen van hun klanten). Op korte termijn wordt verwacht dat in een volgende bijeenkomst in Basel wordt besloten om de ratio nog verder op te trekken tot 11,5 procent.

Voorbeeld van het verhogen van de tier 1 ratio:

Stel dat een bank beschikt over een eigen vermogen van € 10 miljard en voor € 100 miljard aan risico gewogen activa uitstaan heeft. Op basis van deze gegevens heeft de bank een Tier-1-ratio van 10%.

Stel dat slechte leningen het eigen vermogen met € 5 miljard heeft aangetast naar € 5 miljard. Dan daalt de Tier-1-ratio naar 5%.

Om deze ratio te herstellen naar 10% kan de bank voor € 5 miljard aan nieuwe aandelen of kapitaalobligaties uitgeven ( de meeste banken hebben hiervoor een beroep gedaan op de overheid) of voor € 50 miljard naar risico gewogen activa afstoten (Tier 1 ratio is dan eveneens 10%: € 5 miljard van € 50 miljard).

Dit voorbeeld maakt ook duidelijk dat als deze bank 11% slechte kredieten heeft die het moet afschrijven, ze meteen failliet zijn (negatief eigen vermogen). Een bank is dan ook een reus op lemen voeten. Daarom ook dat de Basel akkoorden meer en meer de richting uitgaan van fors hogere ratio's want 4% is echt een lachtertje. Sommigen opperen zelfs een dekking van 100% (full reserve).

In Amerika zijn dit jaar (2009) opnieuw reeds 16 banken over kop gegaan. Dit brengt het totaal sinds de crisis op 41 banken. Het is duidelijk dat alle overheidsmaatregelen nog altijd niet voldoende zijn om de crisis te stoppen. Het is wachten op een volgend rondje kapitaalinjecties.

zondag 8 maart 2009

De kredietcrisis

De Kredietcrisis: Een verhaal over sub-prime hypoteken, cdo's ( schuldobligaties met een rangorde), bevroren kredietmarkten en credit default swaps (overeenkomsten tussen 2 partijen waarbij het kredietrisico van een derde partij wordt overgedragen).

Vele jaren geleden zaten investeerders (pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen,...) op een grote hoop geld die ze wilden investeren om de hoop nog groter te maken. Tot aan de internetbubble kochten ze vooral T-bonds omdat deze een stabiele en zekere inkomst gaven. Toen Greenspan met het lumineus idee kwam om de rente te laten zakken tot 1%, trokken de investeerders hiervoor hun neus op. Dit was wel zeer weinig "return on investment".

Bankiers daarentegen sprongen een gat in de lucht. Ze leenden dan ook gigantische bedragen tegen 1%. Door de hefboomwerking konden ze enorme winsten maken. Wie een deal maakt van 10 000€ met een marge erop van 10%, wint 1000€.

Wie 10 000€ heeft en 990 000€ daarbovenop leent à 1% en hierop een marge heeft van 10%, wint 90 000€ (na aftrek van zijn rentelast). Geef toe, een winst van 90 000€ op een investering van 10 000€, wie zou dat laten liggen. Op deze manier maakten de banken enorme winsten. De investeerders echter zaten daar met hun vele geld en konden er niets mee doen. Dit bracht de banken op een idee. Ze zouden de investeerders in contact brengen met de kopers van huizen via de hypotheekleningen.

Er was een grote vraag naar huizen. Via makelaars werd veel geld geleend door hypotheekbanken aan huiseigenaren met hypotheekleningen. Makelaars verdienden veel geld door de verkoop en huiseigenaars zagen de waarde van hun huis continue stijgen. Iedereen blij. Bijna iedereen, want de investeerders konden nog steeds weinig geld verdienen. Maar nu kwam er een fantastisch product op de markt: CDO of collateralized debt obligation. Het geniale was dat een CDO bestond uit een heleboel hypotheekleningen die in drie klassen werd verdeeld. Een superveilig, een gewoon en een riskant gedeelte. Toevallig bestond voor elk deel een markt:

Het superveilige werd gekocht door de investeerders (rendement 4%, is meer dan de 1% van de Fed), de gewone aan banken en bedrijven (7%) en de riskante aan vooral hedgefunds en speculanten (10% rendement). Daar er niets mis was met deze hypotheken en daar huizen alsmaar in waarde stegen, was er geen vuiltje aan de lucht. Zo kregen de superveilige een AAA rating, de gewone een BBB rating en enkel met de riskante kon het fout gaan, maar de hoge rente maakte veel goed. Door de goede ratings konden deze CDO's gemakkelijk worden doorverkocht zodat steeds meer banken en investeerders winsten erop maakten.

Maar zoals het altijd gaat is veel nooit genoeg. De investeerders hadden nog altijd geld op overschot en vonden de CDO's zo aantrekkelijk dat er een enorme vraag naar was. Om aan die vraag te voldoen, moesten er meer hypotheekleningen worden afgesloten. Maar zowel de hypotheekbanken als de makelaars vonden nog nauwelijks waardige kopers. De enige oplossing was het versoepelen van de voorwaarden: de nieuwe eigenaars moesten niet langer kredietwaardig zijn. De makelaars bleven hun winsten opstrijken en de hypotheekbanken konden zonder veel problemen hun minderwaardige leningen doorverkopen aan banken en investeerders.

Zo werden de subprime leningen geboren. Iedereen winst: de nieuwe eigenaars die het zelf niet konden geloven dat ze zomaar geld kregen voor een huis. De makelaars die gouden zaken deden. De hypotheekbanken die massa's leningen konden geven en deze konden doorverkopen aan investeerders, die ze op hun beurt met winst verder verkochten. Zo werd de hete aardappel van de ene naar de andere doorgegeven. Pas op, tijdens de eerste jaren waren er ook wel eigenaars die hun hypotheek niet konden terugbetalen, dit zonder erg. Het huis ging terug naar de bank, die kon het met winst opnieuw verkopen daar de huizenprijzen bleven stijgen.

Uiteindelijk gebeurde het onvermijdelijke. Meer en meer huiseigenaren konden de afbetaling niet meer aan. Ze gaven hun huis terug aan de bank waardoor er teveel huizen op de markt beschikbaar kwamen. Dit deed niet alleen de "te koop" staande huizen in prijs zakken, maar ook de huizen van de eigenaars die niet te koop stonden (eerst 1 huis, dan de ganse straat, wijk en tenslotte gans Amerika). Want waarom zou je nog bvb. 250 000$ afbetalen voor een huis die slechts de helft ervan waard is en zo kwamen er teveel huizen te koop te staan.

Het uiteindelijke resultaat is dat de CDO's niet meer de winstgevende toverdoos was, maar een bom met waardeloze hypotheken. De markt van CDO's droogde volledig op want niemand hoefde ze nog. Nu is het grote probleem dat deze slechte CDO's overal zitten en door velen gekocht werden met geleend geld. Nog erger is het feit dat deze CDO's volledig in waarde dalen. Niet alleen het riskant gedeelte maar ook het BBB gedeelte en zelfde het superveilige AAA gedeelte blijkt nu riskant te zijn. Maar ook de hypotheekbanken konden hun slechte leningen niet meer kwijt. Het hele financiële systeem kwam vast te zitten en het licht ging uit.

Het resultaat is: De huiseigenaren zijn hun huis kwijt, banken en investeerders gaan failliet en het geld van de investeerders is weg. Jammer want dat geld van de investeerders zou wel eens ...uw pensioen of uw levensverzekering kunnen zijn.

vrijdag 6 maart 2009

De TATA NANO, voor 1500€ heb je hem

Terwijl de Amerikaanse auto-producenten elkaar de dieperik induwen met veel te dure auto's, komt Tata Motors met een auto aan de andere kant van het prijzenspectrum.


De eerste gelukkigen zullen Indiërs zijn. Daar komt hij immers al vanaf april op de markt. Eind volgende maand (23 maart) zou de eerste van de band moeten rollen, zeven maanden later dan voorzien. Het is geen Bugatti Veyron, maar dat verwachten de toekomstige kopers ook niet. De prijs bedraagt 100 000 rupees, omgerekend een dikke 1500 €, een stuk minder dan de helft van de nu bestaande, goedkoopste auto in India ( Suzuki Maruti 4000€).

Op het ogenblik heeft slechts 1 op 100 mensen een auto in India ( in China 1 op 25, in Amerika 1 op 2). Het toekomstig potentieel is dus enorm. Men verwacht een verkoop van 250 000 auto's in het eerste jaar. Waar ganse families (zelfs de middenklasse) in India zich nu verplaatsen op een scooter, zou dit een heuse verbetering moeten zijn.

De start van de productie verliep niet zoals gepland. Protest van boeren verhinderde de productie in de nieuwe fabriek in West-Bengalen. Tata motors is nu verplicht de autoproductie te spreiden over de kleinere huidige fabrieken tot de speciale fabriek is voltooid.

Tata Motors is nu reeds de grootste producent in India voor vrachtwagens en is de derde grootste autoconstructeur. Tata kocht vorig jaar de merken Jaguar en Land Rover over van Ford voor 2,3 miljard dollar. Het is echter ook voor Tata hard knokken. Hield de Indische markt voor kleine personenauto's goed stand, de halvering van de verkoop van bussen, vrachtwagens en grotere voertuigen in januari ll., was een grote klap voor Tata.

Ter vergelijking: de goedkoopste auto's op de Amerikaans markt zijn de Nissan Versa (9900$) en de Hyundai Accent (11070$). Er zijn plannen om bij ons in 2010 een, aan Europese eisen aangepaste, Nano te verkopen voor zo'n 5000 €.

Voor de liefhebbers nog de technische gegevens:

lengte: 3,1 m (nog een stuk korter dan de mini Cooper)

hoogte: 1,6 m

type: monovolume :-)

motor: 2-cilinder 623 cc, 35 pk, multi brandstof injectie

topsnelheid: 120 km/u

0 tot 100 km/u: 22s, hangt af van de windsnelheid :-)

woensdag 4 maart 2009

Hillary clinton bij de chinezen

Waar tot voor kort alle aandacht voor China toegespitst was op het mensenrechten probleem en specifiek de rechten van de Tibetanen, is dit nu bij het recent hoogstaand bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken aan China geen item meer. Integendeel: Hillary Clinton had een heel ander doel.

Hier volgt een kort verslag van het gesprek:

Hillary: "Mag ik u feliciteren met de schitterende olympische spelen vorig jaar."

Yang Jiechi: "I hate you and America ."

Hillary: "Wij, Amerika zijn de grootste economie van de wereld en zouden China een gunst willen vragen."

Yang Jiechi: "I hate you and America."

Hillary: "U weet dat wij als echte Amerikanen nogal veel geld nodig hebben. We hebben zopas weer een triljoen dollar beloofd en die hebben wij eigenlijk niet."

Yang Jiechi: "I hate you and America."

Hillary: "Ik weet dat jullie ons in het verleden altijd geholpen hebben om ons geld te lenen, zou je het nu nog één keer willen doen?"

Yang Jiechi: "Met alle chineze maar niet met den deze. Door al dat geld dat jullie bijmaken, zijn de dollars die wij hebben veel minder waard geworden."

Hillary: "Ik beloof U dat het de laatste keer zal zijn. Ik ben bereid om mijn allerliefste goed aan u te geven."

Yang Jiechi: "Zonder harde onderpand gaat het niet door. Wat is dat dan, uw allerliefste goed? "

Hillary: "eh, ... mijn kredietkaart? "

maandag 2 maart 2009

beursadvies nr.6 Verdwaal niet op de beurs

In beursadvies nr.5 heeft u al kunnen zien wat u zo allemaal kunt doen op de beurs. De aandelen die er bestaan, de systemen waarmee u kunt beleggen en ook de soorten beleggingen lijken schier oneindig. Hierin schuilt een groot gevaar. U doet er immers jaren over om te begrijpen hoe alles in elkaar zit. Als beginnende belegger informeert u zich best over de producten die u wilt gebruiken. Als uw eerste stappen CFD daytraden is, is dit bijna een garantie om uw geld er zo snel mogelijk door te jagen.

  1. Kennis: Het is logisch dat u eerst met aandelen begint. Pas nadat u tenvolle de kennis hierover bezit, kunt u ook in opties en turbo's gaan. Hierbij kunnen optiestrategieën zeer lucratief zijn, toch moet u weten dat het vooral specialisten zijn die hierin handelen. Bij opties heeft u altijd een tegenstander (u kunt geen opties kopen als een ander ze niet schrijft en vice versa), en op het einde van de rit zal diegene met de meeste kennis de meeste winst maken. Het eerder besproken daytraden is niet aan mij besteed, dit heeft mijn inziens niets met beleggen te maken en steunt op kicks, waarbij het vooral de brokers zijn die hier rijk van worden. Veel daytraders houden het niet lang vol en beleggen is nu net iets wat levenslang moet kunnen.
  2. Orde: Wie een uitgebreide portefeuille heeft met aandelen en opties, kan al eens door het bos de bomen niet meer zien. Een aanrader is dan een goede broker te hebben waar je alle aandelen of opties die samenhoren, netjes kan scheiden in verschillende tabbladen. Die houden alles overzichtelijk en kan je meteen ook zien waar je winst of verlies zit (wat toch het allerbelangrijkste is). Een onoverzichtelijke portefeuille leidt meestal tot verkeerde handelingen en meer verlies. Een aanrader bij sommige brokers is dat je op papier kan handelen. Je kan dan alle mogelijke posities innemen zonder het met echt geld te moeten doen. Zo leer je beleggen zonder geld te verliezen. Ook computerprogramma's kunnen helpen, alhoewel hier ook het gevaar schuilt dat alles te ingewikkeld wordt. Mijn mening is: hoe eenvoudiger je belegt, hoe meer controle je hebt, hoe meer winst je maakt.
  3. Discipline: Er bestaat een Engelse zegswijze: "Plan your trade and trade your plan". Hierin zit een grote waarheid vervat: maak bij beleggen een plan op, en volg dat plan. Denk bij het handelen niet alleen aan de mogelijke winsten (of verliezen), maar stel vooraf zeker een paar zaken vast zoals: een doel, wanneer je gaat handelen, ... en wijk daar ook niet van af. Indien u emotioneel bent of onder druk staat, is het best niet te handelen. U moet u volledig kunnen concentreren op hetgeen waarmee u bezig bent. Even belangrijk is wel uw plan tijdig te evalueren en toetsen aan de eventuele veranderde omstandigheden. Indien u toch afwijkt van uw plan doe het dan bewust en geef uzelf de tijd. De volgende dag kan het er helemaal anders uitzien. Vandaar mijn aversie voor daytraden: dit laat u niet toe alles rustig te bekijken.

Wat er besproken is in de vorige adviezen is slechts een deel van wat er op de beurs mogelijk is. Je hebt allereerst al een trend nodig (liefst een stijgende). Als u altijd wilt handelen, op welk punt men ook zit in de economische cylcus kunt u bvb. "de trendmethodische aanpak" van Tom Lassing eens bekijken. (zie beursbox kennis site)

Ondanks dat u met de vijf vorige adviezen weinig kennis over de aandelen zelf hoeft te hebben, ben ik toch van mening dat hoe groter de kennis, hoe beter u bepaalde situaties zult aanvoelen. Beursadvies nr. 7 beschrijft dan naar wie je absoluut niet moet luisteren en nr.8 naar wie je best wel luistert.

Dit advies maakt deel uit van een reeks van 10. Elk afzonderlijk hebben ze niet de waarde die ze verdienen. Advies 1 waarschuwt om bewust te beleggen en zo verlies te vermijden, advies nr.5 toont aan dat opties u daarbij kunnen helpen, advies 2,3 en 4 bespreken het kopen, houden en verkopen van aandelen. Advies 6 t.e.m. 10 zijn randadviezen, maar daarom niet minder belangrijk. De tien adviezen samen zullen u helpen de verliezen te beperken en hopelijk u in staat te stellen om meer winst te maken.

Deze beursadviezen zijn persoonlijk. Reacties zijn dan ook welkom. Bent u het eens? Oneens? Of heeft u er een andere kijk op? Aarzel niet en reageer. Alleen zo worden we slimmer, zowel u als ik. Misschien is uw advies wel een beter advies!