Deze landen stelden daarom eisen om hun guldens en marken in te wisselen tegen euro's: Het stabiliteitspact. Dit pact stelde 2 grote voorwaarden aan alle deelnemende landen:
- Het begrotingstekort mag niet meer dan drie procent bedragen.
- De overheidsschulden mogen niet meer dan 60% van het BBP bedragen.
Hieronder vindt u 2 grafieken voor deze 2 normen van het volledig eurogebied:
Begrotingsdeficiet van de eurolanden
Overheidsschulden in % van het BBP
Men ziet duidelijk dat in 2009 dit pact eigenlijk dood en begraven is, temeer daar ook de bezielers ervan, NL en D, zich er niet meer aan houden. De euro is daarmee de facto een zwakke munt geworden en onderscheid zich niet van alle andere fiatmunten.
Dit uit zich ondermeer in het Griekse drama. Grieks overheidspapier waarop nauwelijks nog garantie is op terugbetaling, dient als onderpand voor het scheppen van nieuwe euro's bij de ECB. Hierdoor wordt het Griekse probleem over alle eurolanden verspreid en doet de ECB krak hetzelfde als de FED met Amerikaans staatspapier.